zondag 14 december 2014

Leven de levende taal!

De afgelopen weken heb ik ervaren hoe intensief, leuk en frustrerend het werk van een docent is. En ook in de komende weken zal ik dat ongetwijfeld verder gaan ervaren. Als het werk er op zit voor de studenten, begint het werk pas echt voor de docent. En dan te bedenken dat het daarvoor ook al veel energie heeft gevraagd: studiestof verzamelen, college voorbereiden, interactieve leeromgeving vormgeven, opdrachten bedenken, vormgeven aan de inhoud van de peergroupen. Na dit alles stromen de gemaakte opdrachten van de studenten massaal binnen via de elektronische leeromgeving. Dat doel is in ieder geval bereikt: de elektronische leeromgeving heeft definitief wortel geschoten binnen de Faculteit der Technische Wetenschappen. Alle vrije uurtjes heb ik de afgelopen weken gestoken in het nakijken en beoordelen van deze opdrachten. Opeens heb ik met terugwerkende kracht buitengewoon veel respect voor alle leerkrachten en docenten die ik het leven niet altijd even plezierig heb gemaakt. Want wat ik zo nu en dan voorbij zie komen, doen mijn wenkbrauwen fronsen van oor tot oor. Geen vergissing: nee van oor tot oor. Wat ik langs heb zien komen qua Nederlands taalgebruik slaat echt alles. Laat ik het maar niet hebben over het gebruik van leestekens die zo maar ergens in een zin worden geplaatst, of het op gevoel vervoegen van een werkwoord dat zou maar kan leiden tot een opmerking dat ik iets vondt. En wat te denken van een zin als: "kmoet mijnzelf afvragen of ik me studie wel in 4 jare kan doen.". Nu zal ik met een Abraham in het vizier wel enige trekken van een zeurende oude man krijgen, maar het gedachteloos gebruiken en verbasteren van spreektaal naar Facebooktaal en dit vervolgens klakkeloos kopiëren naar officiële schrijftaal gaat mij toch te ver en zeker te snel.

Natuurlijk een taal leeft. Een taal moet leven. En dat de Nederlandse taal leeft blijkt wel uit alle leuke verkiezingen van het woord van het jaar 2014. Althans in Nederland. Het land waar ik nu weer voor een maand zal bivakkeren. Het land waar de Clownspiet en de Stroopwafelpiet inmiddels hun hielen hebben gelicht nadat ze een laatste Sintfie hadden gemaakt met de enige echte Sinterklaas en Opa Piet. Waar economen en politici van de Kamikazecoalitie en Guerrillaoppositie zich druk maken over de Dagobertducktaks, Pakkenproletariers, Moestuinsocialisme, en Laagflatie, maar bovenal over de Saldosjoemelaars. Het land waar selfies, stemfies, churchfies en sintfies hinderlijk worden verpest door steeds weer die fotobommen. Crimiclowns de straten onveilig kunnen maken en waar we angst ingeboezemd krijgen voor Jihadgezinnen, Kalifaatgangers en straatintimidatie. Een land waar het verdacht veel begint te lijken op een echte wegkijkstaat. Waar we soms collectief verdrietig zijn na een rampvlucht of collectief juichen in ons juichpak na een inmiddels zeldzaam wordende overwinning van onze jongens. Waar we met een ombuiggesprek de participatiemaatschappij nieuw leven in willen blazen om het zodoende te kunnen framen waarna we het duurzaam kunnen verankeren. En al denken we soms dat dit allemaal aanmodderenfakkers zijn, in Nederland zijn er steeds meer spornoseksuelen die vergeetverzoeken indienen om zo hun privacy te waarborgen. Hooguit dat ze daarna vrijuit kunnen Tinderen, dat sluit ik dan weer niet uit zeg maar! Het devies is immers nog steeds: Yolo!! In ieder geval stappen deze durfals wel uit hun comfortzone. En daar zullen vele toch wel flabbergasted over zijn. Ik zeg je, echt random! En oh my God, dan vergeet ik natuurlijk ook nog al die loomers die wellicht in aanmerking komen voor een jubelton van duurzaam rijke ouders. Tegen die tijd is een familyfie wel op z'n plaats.

Kortom een taal verandert en dat is goed ook. Maar het vergt wel wat flexibiliteit en absorptievermogen om alles bij te houden. Zeker voor lichtgrijzende docenten die opdrachten van jonge, inventieve studenten moeten nakijken. Het geeft in ieder geval aangename stof tot schrijven en denken in een troosteloze vertrekhal waar we wachten op een vertraagd vliegtuig. Of te wel de plane vertrekt wat later zoals ze het hier zeggen. Het land van mijn huidige werkgever, van kerstliederen bij 30 graden en hinderlijke muskieten ga ik nu verlaten. Maar ook het land van stagairejagers, buitenvrouwen, alisieonthouders, uitlaatfetisjisten, chikungunyaverdelgers, studielimieters, reliehoppers, partijswitchers en quorumbombers. Tja, ook hier staat de ontwikkeling van de taal niet stil. Ik wens mijzelf een chille vlucht en hoop dat ik over een uur of 14 in mijn onesie lekker op de bank lig met mijn lieve vrouw. En nee, ik zal er geen samenfie van maken om deze daarna te kunnen posten op Facebook. Ik ben tegenwoordig slechts een Facebookvoyeur. Dus dat!


dinsdag 18 november 2014

Dag Sinterklaasje?

Als ik het goed begrijp ben ik tegenwoordig een zielige linkse kanker landverrader, die snel een touw met een zware steen er aan om zijn nek moet krijgen geknoopt. Waarna ik vervolgens voor de haaien geworpen moet worden. Ja want op tyfen naar mijn eigen bananenrepubliek gaat voor mij namelijk niet op. Dus dan maar de dood zonder de gladiolen. 

Het klinkt wellicht allemaal wat overdreven en wat schokkend. Maar dit is toch echt de taal die ik in de afgelopen weken steeds met grotere verbazing langs zag komen op Facebook bij zogenaamde vrienden. Facebookvrienden die ik volg omdat ik graag lees wat er ook speelt in de maatschappij en hoe daar onder vrienden over wordt gedacht en gesproken. En dat is pas echt schokkend. En ja, dan heb ik het over het Zwarte Pieten debat. Hoewel dat laatste te veel eer geeft aan dit gedoe. Aan beide uiterste kanten is de nuance volstrekt verdampt. En als je als witte Nederlander ook maar enigszins de nuance tracht in te brengen of nog erger in de ogen van de loopgravenverdedigers van onze tradities landverraad pleegt als je aangeeft dat je open staat voor de gevoelens en gedachten van zwarte Nederlanders, dan blijven de verwensingen en bedreigingen nooit lang uit. Ik moet niet alleen vrezen voor mijn leven, want als de dood me bespaard blijft, ik geen tyfus, kanker of syfilis lijdensweg zal moeten ondergaan, dan zal ik er toch wel degelijk rekening mee moeten houden dat ik binnenkort word overheerst door die vieze zwarte apen of nog erger: ik zal altijd halal vlees moeten eten en ik zal me moeten realiseren dat ik op deze wijze de sharia over me heen roep. Dit alles maakt me natuurlijk niet bang, maar wel erg verdrietig. Wat een boosheid, wat een angst, wat een onbegrip, wat een onnozelheid! Echt begrip, echte tolerantie, echte liefde is blijkbaar nog ver weg.

Vandaag zag ik een mooi artikel op Facebook over onze niet altijd zo mooie en zuivere historie (zie de bijgevoegde link: http://www.volkskrant.nl/opinie/natuurlijk-kwetst-zwarte-piet-surinamers~a3771202/ ). Deze keer geplaatst door een neef van mij. Het artikel had ik al eerder gelezen. Voor mij was het een versterking van mijn veranderende ideeën over de figuur van Zwarte Piet. Zijn geschreven tekst bij het artikel raakte mij. Hij gaf namelijk aan dat dit artikel, samen met de meest recente reacties over een foto van een deel van het Nederlandse elftal, bij hem een omslag in het denken te weeg had gebracht. Ik herkende mijn eigen proces hierin. Ik antwoordde hem dan ook als volgt:

------------------------------------------
Mooi dat er ook bij jou een omslagpunt is. Die heb ik zelf ook meegemaakt. Een eventuele andere kijk kan pas ontstaan als we ons open blijven stellen voor mogelijke andere inzichten en andere meningen. En ons niet verschansen in onze loopgraven van onze tradities. Waarbij onze overigens staat voor witte tradities. Er zijn wel meer witte tradities die we gelukkig al ver achter ons hebben gelaten. 

Nu ik hier in Suriname woon en werk, voel ik de emoties en onze geschiedenis nog intenser dan ik ze ooit heb gevoeld bij mijn (Surinaamse) vrienden en familie in Nederland. Vooral hier realiseer ik me dat we niet heel veel generaties terug hoeven te gaan naar het tijdperk van uitbuiting en slavernij. En dat hoorde ook bij onze cultuur en onze tradities.
Het meest schokerende voor mijzelf was toen ik een promotie van één van mijn collegae bijwoonde (begin dit jaar) en de promotiecommissie, getooid in de feestelijke en traditionele kleding die daarbij hoort, binnen kwam en mijn eerste gedachte was: "Het lijken wel Zwarte Pieten!" Ook ik had dus die gedachte! Ook ik ben dus sterk beïnvloed - zonder dat ik dat besefte - door onze tradities en vooral gedachtenspinsels! Die zitten dus allemaal heel diep. Het werd tijd om anders te gaan denken.....

Ik pleit zeker niet voor afschaffing van het Sinterklaasfeest, wel voor meer wederzijds begrip, echt luisteren naar elkaar, meer aandacht voor gevoel dan voor zogenaamde feitelijkheden, het feest terug geven aan de kinderen en er geen volwassenending van te maken. Want geloof me: kinderen hebben net zo veel plezier aan blauwe, witte, clowns, af wat dan ook Pieten.
------------------------------------------

Tot zo ver het stukje zelfplagiaat. Ik schaam me er niet voor dat ik met veel plezier en vol enthousiasme het Sinterklaasfeest heb gevierd. Ook schaam ik me er niet voor dat mijn eigen jongens met veel plezier voor Zwarte Piet hebben gespeeld. Ook ik ben een product van mijn opvoeding en cultuur. Maar dat betekent niet dat mijn inzichten niet kunnen veranderen. Ik zou me wel moeten schamen als deze nieuwe inzichten niet zouden leiden tot een aangepaste mening en aangepast gedrag. Het zou mooi zijn als de loopgravenvechters tegen Zwarte Piet zouden beseffen dat verandering tijd en inzicht nodig heeft. Tijd is er altijd en daar hoeven we niets voor te doen. Maar inzicht komt door dialoog, gesprekken, wederzijds begrip en meer van dit soort verbindende zaken. Maar inzicht kan niet worden afgedwongen door geweld, intimidatie of meer van dit soort afstand kwekende en polariserende activiteiten. Dit zorgt er alleen maar voor dat we beide gevangen blijven in onze eigen gedachten, ideeën en ons aan beide kanten steeds dieper ingraven in onze loopgraven van onze eigen verhalen. Verkondig de boodschap. Maar met liefde!

Dit jaar vier ik Sinterklaas in de tropen. En natuurlijk is in deze oude kolonie iets blijven hangen van het oer-Hollandse feest. Op 5 december is het hier Kinderdag. En ja, met alle bekende gezelligheid van "onze" tradities!! En nee, niet met de Piet zoals wij die nog kennen. Als ik volgend jaar wel in Nederland ben rondom Sinterklaas, en het feest niet inmiddels is gestikt door de wurgende greep van de grootste voorvechters van "onze" tradities,  schmink ik mijn zonen graag met alle kleuren van de regenboog! 







zondag 2 november 2014

Lang zullen ze leven!

Na weken van relatieve rust, had ik deze week opeens te maken met een volle agenda. Naast het werk, waarover in een volgend blog meer, was het de week van de bijzondere verjaardagen. Op 1 november 1968 zag mijn huidige werkgever, na een zwangerschap van ruim twee jaren, het eerste levenslicht. Toen nog onder het bewind van de koloniale macht, hetgeen toch een stuk minder vriendelijker klinkt dan onder de Nederlandse vlag. Het waren weliswaar de nadagen van het Suriname onder het koninkrijk – het was nog iets meer dan 7 jaren wachten op de onafhankelijkheid op 25 november 1975 – het was ook een periode van relatieve zelfstandigheid binnen het Koninkrijksverband. In die periode van semi-autonomie werd dus de Universiteit van Suriname geboren. Later, in de periode na de beruchte staatsgreep, kreeg het de huidige naam, Anton de Kom Universiteit Suriname. Dit weekeinde was dat dus precies 46 jaar geleden. En omdat de zaterdag blijkbaar heilig is, werd de Dies Natalis dit jaar op vrijdagavond 31 oktober gevierd. Voor Surinamers overigens geen enkel probleem, omdat men toch al de gewoonte heeft om de jarige de avond voor zijn of haar echte jaardag (voor de echte Bakra’s onder ons: nee geen spelfout), de zogenoemde owru jari, flink in het zonnetje te zetten. Gekleed alsof ik naar een formele bijeenkomst ging in Nederland op een koude, maar droge lenteavond, dus met jasje en dasje, had ik vrijdagavond mijn ontgroening in het vieren van de verjaardag van een universiteit. Verschillende formaliteiten kwamen voorbij: Het volkslied, toespraken van de minister van onderwijs en andere hoogwaardigheidsbekleders, wetenschappelijke lezingen, het universiteitslied en verschillende eredoctoraten waaronder die van oud profvoetballer Clarence Seedorf, die tot het gênante aan toe schaamteloos steeds onze Clarence werd genoemd. Toen hij nog actief was als voetballer en regelmatig het oranje shirt aan hand, was hij toch echt één van onze jongens. Ach, het blijft soms een lastige situatie tussen de onafhankelijke natie en de ex-kolonisator. De heer Seedorf, want een eredoctor spreek je toch echt aan met zijn achternaam en niet met onze Clarence, zal zich echter hier niet druk om maken. De brede glimlach op zijn gezicht verraadde dat hij volop genoot van zijn nieuwe prijs in zijn rijk gevulde prijzenkast. Het was tevens het einde van de formaliteiten, waarna de festiviteiten op een informele wijze werden voortgezet aan de pool van het welbekende Torarica hotel. Jawel, nog steeds met jasje en een dasje. Maar, en dat is eigenlijk veel belangrijker, volgens goede Surinaamse gewoonte ook met een hapje en een drankje. Al geven die verklein woordjes de werkelijkheid niet op een juiste weer. Het Parbo bier en de sterke drank stroomden rijkelijk en de bara’s, saté’s en de pasteitjes werden verorberd en gehamsterd alsof men bang was dat het land nog diezelfde avond door een te groot aantal Chikunguya gevallen afgesloten zou moeten worden voor de rest van de wereld. Voor mij was het vooral de kunst om het jasje en het dasje gevrijwaard te houden van de saté- en andere heerlijke sauzen. Sauzen die je overigens als een letterlijke pain in the ass de dag daarna op het kleinste kamertje doen uitroepen dat dit toch echt de laatste keer was dat je je liet verleiden tot deze heerlijke sauzen. Het jasje en het dasje bleven schoon, wat voor mij toch echt meer uitzondering is dan regel, en konden uit en af toen we met een aantal collegae nog wat gingen stappen in de stad. Hetgeen je hier echt niet te letterlijk moet nemen als je een gezellige avond wilt hebben dat langer duurt dan 10 minuten. Al met al een mooi verjaardagsfeestje!

De tweede bijzondere verjaardag was op zondag 2 november, vandaag dus. De kerk op het terrein van het meisjesinternaat Soendersingh, vierde vandaag haar 110e verjaardag. Een hoogbejaarde leeftijd die inmiddels ook wel terug te zien is in haar trouwe bezoekers. Geen van hen heeft natuurlijk aan de wieg gestaan van de gemeente Soesamatjaar, maar de gemiddelde leeftijd ligt toch wel op het punt waarop de meeste mensen serieus beginnen te denken aan de concrete invulling van het pensioen. Gezien de boodschap die er wordt verkondigd en de attitude van meerdere kerkgangers, die ik beide absoluut niet vind passen bij de naam van de kerk – Soesamatjaar betekent de blijde boodschap - , verbaast het mij niet dat deze gemiddelde leeftijd zo hoog ligt. De verkondiging van een zogenaamde enige echte waarheid en de eeuwige straf die er in het vooruitzicht ligt als deze enige echte waarheid niet wordt omarmd en beleden, is iets waar ik jaren geleden al lang afscheid van heb genomen. En naast mij nog vele meer. Ook hier in Suriname zoals uit de lege stoelen en het hoge grijsgehalte blijkt. Het Christendom, net als overigens de Islam, zijn zoals ik heb geleerd, geloven van de Liefde. En ja: bewust met een hoofdletter geschreven. Het simplistisch prediken over goed en fout, over hemel en hel en over de Drie-eenheid tegenover de Duivel, het afgeven op andere geloofsrichtingen en als een narcist geloven in je eigen waarheid en schoonheid, staan hier in mijn ogen heel ver van af. Ik schreef al eerder dat Suriname een zeer religieus land is en er over en weer een groot respect is naar elkaars geloofsrichtingen en –uitingen. De mensen hebben dit al lang ontdekt. Nog niet alle instituten blijkbaar. Het is voor mij het bewijs dat het spirituele geloof iets volstrek anders is dan het institutionele geloof en ik een aantal jaren geleden een voor mij goede keuze heb gemaakt toen ik me definitief losmaakte van het instituut dat nu PKN heet. De spirituele kant blijft echter boeien en blijft voor mij een bron voor persoonlijke groei en troost.

Vandaag echter geen dag voor vraagtekens en inhoudelijke discussies. Vandaag een dag van feest en blijdschap. Maar bovenal van de goede Surinaamse gewoonte dat een feest pas een feest is als er goed gegeten en gedronken wordt. In dit geval bestond dat laatste natuurlijk uit water en soft. De benaming voor alles waar koolzuur, kleurstoffen en suiker in zit. Geen alcohol blijkbaar in de kerk of de vierkante meters daarbuiten of daaronder. Een echte bijbelkenner ben ik niet, maar wijn was in de tijd van Jezus volgens mij ook een gewild product. Dus had een glaasje rode wijn echt niet misstaan, lijkt me. Het organisatiecomité had echter anders besloten. Dus de overheerlijke maaltijd met roti, rijst, kip en meerdere soorten groenten, werd vergezeld door een flesje water en deze keer na lange tijd weer eens een colaatje. Ook hier was sprake van een geslaagd verjaardagsfeestje, hoewel de tropische regenbui van ruim een uur heftig zijn best deed om één en ander te verstoren. Tevergeefs! De kroon op het werk van de mensen die hier lang aan hebben gewerkt en vele vrije uren hebben besteed aan de organisatie van dit feest en andere festiviteiten en formaliteiten die in dit jubileum jaar hebben plaatsgevonden. En nu met elkaar nadenken hoe de volgende 110 jaren gehaald kunnen worden. En reëler: de volgende 10 jaren!

Mooie en bijzondere verjaardagen dus met de typische Surinaamse gebruiken. Maar één ding heb ik in beide gevallen gemist. Het zingen van dat ene liedje dat ik na vele jaren inmiddels ook weet mee te zingen. Bij deze dan alsnog:

A die mi jere you verjarie, 

A die mi jere you verjarie,

A die mi jere you verjarie,

dang mi kong festeri you!


A no fi koek a no fi sopie,

A no fi koek a no fi sopie,

A no fi koek a no fi sopie,

dang mi kong festiri you!




zaterdag 25 oktober 2014

Geen wintertijd voor mij!

Dit weekeinde gaat, als ik het goed heb begrepen, de wintertijd in in Nederland. Hier doen we niet aan de winter en de huidige gevoelstemperaturen tussen de 38 en 41 graden doen me vooral denken aan een Nederland met zon, zee, strand en luchtig geklede mensen die klagen over de hitte en roepen dat het hier ook altijd hollen of stilstaan is met het weer. Hier doen we dus niet aan de winter en we doen dus ook niet mee met de wintertijd. Het wordt hier donker tussen half 7 en 7 uur en in de ochtend wordt het tussen 6 en half 7 weer licht. Dat hele systeem schuift gedurende het hele jaar misschien een half uurtje op, maar dat is het dan ook wel. Geen lengende dagen of zoals in dit jaargetij, steeds kortere dagen. Dus ook geen uurtje langer slapen vannacht. En zo gaat het hier, 365 dagen per jaar: alle dagen ongeveer 12 uur licht en 12 uur donker, temperaturen die variëren tussen de 28 en 35 graden. Al met al weinig variatie. De enige variatie is de hoeveelheid regen: we hebben een lange en korte droge tijd en we hebben een lange en korte regentijd. Maar ook hier is het klimaat behoorlijk in de war en regent het soms flink in de droge tijd en blijft de regen uit in de regentijd. De verschillen die er dus waren, worden door de klimaatverstoringen behoorlijk genivelleerd. En als ik eerlijk ben, is dit wel iets dat me doet verlangen naar Nederland. Ik heb Sharida al gevraagd om wat foto's te maken van de bomen en onze wijnstronk, die langzaam in hun winterstand komen. Als ik mijn ogen sluit, zie, ruik en ervaar ik even of ik in Nederland ben. De geur en kleur van de herfst, van mooie rode en gele bladeren, vochtige bodems met een tapijt van bladeren en een diversiteit van paddestoelen die overal de grond uitschieten, een flinke zuidwester die de bomen een handje helpt om afscheid te nemen van de laatste paar bladeren die hardnekkig proberen het onvermijdelijke proces van loslaten trachten te voorkomen, de ochtendauw of mist die alle scherpe geluiden doet verstommen waardoor en bijna een serene stilte ontstaat, de loslatende spinnenwebben die je opeens in je gezicht voelt. Ik word er bijna weemoedig van. Tegelijkertijd geniet ik van hetgeen ik hier en nu heb en ervaar. Een andere werkelijkheid, als die al bestaat, is er immers niet. 

Die werkelijkheid heeft me deze week bijzondere en mooie momenten opgeleverd. Omdat mijn schoonouders en de totale personele staf van het internaat, inclusief de kok, geveld zijn door het Chikungunya virus, kon ik deze week niet genieten van de luxe van een heerlijke, gezonde en klaarstaande maaltijd als ik terugkwam van mijn werk. Helaas kon ik ook niet zoveel betekenen voor de ziekenboeg. Mijn aanwezigheid was meer een last dan een lust. Ik heb dan ook van de nood een deugd gemaakt en ben dan ook een paar dagen op stap geweest. Wat eten bij het Vat. De place to be voor bakra's zoals ik. De meerderheid is Nederlander, dus voor je het weet kan je gezamenlijk wat klagen over de ongemakken die je hier tegenkomt in het dagelijks leven. Zeker, als je net als ik, bekenden uit Nederland tegenkomt. Maar nadat we met elkaar de tweede Djogo meester hadden gemaakt, was ik de zelfverheerlijking zat en was het tijd voor mij om deze fysieke chatroom te verlaten. Alleen verder op pad om me bezig te houden met iets wat me altijd intrigeert: het ervaren van de randen van de samenleving. Ook in Suriname zijn er plekjes waar je eigenlijk niet wilt komen of gezien wilt worden. Plekken waar het geld niet eerlijk of op een voor de meeste mensen niet gebruikelijke wijze wordt verdiend of juist wordt verloren. Plekken waar er onvriendelijke en ongure mannen rondlopen en opvallend veel schaars geklede dames die opeens doen alsof ze je al jaren kennen. Plekken waar er meer wordt gerookt dan alleen zuivere tabak. Of zoals Het Klein Orkest het ooit zo mooi verwoorde: "Plekken die lokken, kom dansen, kom eten, kom zuipen, kom gokken!". Plekken die ik wil zien en ervaren omdat dit ook de maatschappij is, plekken waar ik me nieuwsgierig en ongemakkelijk voel, plekken die ik ook zo snel als mogelijk wil verlaten. En eenmaal thuis opgelucht adem halen dan het allemaal goed is gegaan.

De volgende dag op pad naar Commewijne. Altijd een belevenis omdat dan de Surinamerivier overgestoken moet worden. Toen ik 1998 de eerste keer Suriname bezocht was de Jules Wijdenboschbrug over de rivier in aanbouw en was de enige mogelijkheid om aan de overkant te komen en gewaagde oversteek met de officiële veerdienst of minder officiële koreaal. Nu is de oversteek een stuk eenvoudiger, maar is de belevenis er niet minder om. De brug brengt je naar een hoogte van 52 meter en geeft je een fantastisch uitzicht op ofwel het groene landschap van Commewijne, ofwel het dichtbebouwde en uitgestrekte Paramaribo. Zeker in de avonduren geeft dit uitzicht je even het gevoel alsof je met het vliegtuig Zanderij nadert.
Commewijne waar ik op bezoek ging bij een goede kennis, vriendin. Ada komt uit Nederland en heeft zich hier vijf jaar geleden als kunstenaar/kunstadviseur gevestigd. Altijd heerlijk om bij haar in de hangmat onze ervaringen over en in het leven door te nemen. Oppervlakkige praatjes zijn aan ons niet besteed. Gesprekken waar ik van geniet, die me aan het denken zetten en die me vaak nog lang bij blijven. Gesprekken die ons altijd brengen bij onverwachte raakvlakken en interesses. Een bijzondere vrouw en mooi dat ik haar ooit heb leren kennen. Maar niet alleen Ada. Ook haar huisgenoot, Miguel is een bijzonder mens. Ook kunstenaar, die - net als Ada -zijn talenten in een breed spectrum inzet voor de samenleving. Miguel kwam later thuis, samen met zijn nieuwe vriend, Neimad, een Frans-Guyaanse jonge man. Aangezien wij allen nauwelijks Frans spreken en Neimad geen Nederlands, was Engels de taal waar we elkaar in moesten zien te vinden. Voor mij toch iedere keer weer een uitdaging. Bang om fouten te maken en even niet weten hoe ik me moet uitdrukken in de voor mij minder vertrouwde taal. Toen Ada me vroeg of ik wilde blijven eten, was mijn eerste neiging dan ook te antwoorden met neen. Gelukkig was mijn onderbewuste sterker en was ik zelf verbaasd toen ik mezelf hoorde antwoorden: "Ja, altijd gezellig, toch!". En dat werd het: heerlijk genoten van een Frans-Guyaanse maaltijd, lekker (Frans) wijntje erbij en interessante discussies over non-dualiteit, vrije wil en de evolutie van de menselijke ontwikkeling. En dat laatste allemaal in het Engels. Dat voelde als een grote overwinning voor, maar bovenal, op mijzelf.

Op de terugweg heb ik mogen genieten van de donkere wegen van het district Commewijne die op heel veel plekken werd verlicht door de honderden, misschien wel duizenden kaarsen en dia's die de vele hindustaanse bewoners van Commewijne brandden in hun huizen, hun erfen en hun opritten in verband met Divali, of te wel het zogenoemde Lichtjesfeest (hoewel deze naam hier niet of nauwelijks wordt gebruikt). Zeer bijzonder om dit te zien en te ervaren. Ook dit is de samenleving! Wat het vooral typisch Surinaams maakt is de grote mate van respect naar elkaar, naar elkaars cultuur, naar elkaars religie en naar elkaars rituelen en gewoonten. Want tussen de vele Hindoes, wonen vele moslims, christenen, joden, taoïsten en een enkele atheïst. En vaak is het niet alleen respect, maar zelfs meevieren en meegenieten van elkaars rituelen. 

Toen ik uiteindelijk weer thuis was, gebaad en wel zittend op een stoel voor mijn eigen huisje, mijn hoofd leegmakend voor een nieuwe uitdagende dag met een nieuwe groep Economiestudenten, luisterend naar het concert van krekels en kikkers, vleermuizen die soms rakelings langs mijn hoofd vliegen, het Chikungunya virus dat vooralsnog geen grip krijgt op mijn gestel, alle lieve mensen om mij heen, zowel hier als in Nederland, realiseerde ik me dat ik een gezegend mens ben dat ik dit allemaal mag meemaken. Dat ik mag genieten van het hier en nu. Dat het voor mij figuurlijk even geen wintertijd is, dat de spreekwoordelijke herfst niet aan de deur staat de kloppen. En ja, o zo eng om dit te schrijven.....want het zou zo maar over kunnen zijn! In ieder geval niet in het hier (op mijn gekoelde airco kamer) en nu (zaterdag 25 oktober om 15:37).





donderdag 16 oktober 2014

Vluchten moest nu wel!

Hoewel de titel van dit blog doet vermoeden dat het een vervolg is op mijn voorlaatste blog, is dit blog eigenlijk een up-date van mijn laatste blog: hoe een onzichtbare vijand een land in een wurggreep kan houden! Gisteren had ik besloten om eerst lekker een paar uurtjes thuis te werken. Want niet alleen in Nederland ben ik een grote voorstander van Het Nieuwe Werken (HNW). Mijn huidige werk leent zich er uitstekend voor het creatieve denkwerk in een voor mij inspirerende omgeving te laten ontstaan. Een schaduwrijke plek onder de manja- of amandelboom, een verkoelende bries die mijn hoofd fris houdt en een groot glas verse dawet met een grote hoeveelheid ijsklontjes is toch een stuk aantrekkelijker dan een gesloten kale kamer met een tafel, twee stoelen en een zak met gordijnen die ooit zullen worden opgehangen, een razende airco en een plastic beker oploskoffie van juffrouw Rada. Dan vergeet ik overigens nog de gordijnrails die er sinds vanochtend is neergelegd door een medewerker van de technische dienst. Helaas had hij geen bon om de rails ook op te hangen, dus ik zal het nog even moeten doen met de zak gordijnen en nu dus ook de rails die op de grond ligt.

Ik verheugde me gisteren dus op een paar uurtjes creatieve inspiratie onder de amandelboom. Alles leek die richting op te wijzen: De zon scheen aan een licht bewolkte hemel, de wind waaide lichtjes vanuit de goede oceaanhoek, de echte koffie met verse melk stond al klaar en de schaduw onder de boom was optimaal. Tot het moment dat er opeens een auto van het ministerie van Volgsgezondheid voor de poort van het internaat stond. Want voor wie het niet weet: mijn Guesthouse bevindt zich op het terrein van het meisjesinternaat Soendersingh aan de Henck Aaronstraat. Mijn naamgenoot, maar dan wel blijkbaar van sjieke ouders. De Henck Aaronstraat die overigens in de volksmond nog steeds de Gravenstraat wordt genoemd. Maar langzaam worden de herinneringen aan het verleden gewist door een eigen cultuur en identiteit. Dat dit blijkbaar niet altijd even gewenst is, blijkt uit de hardnekkigheid van de oude naam die overal en nergens nog oppopt.

Uit de auto stapten drie forse heren, die ons vertelden dat zij opdracht hadden om het terrein van het meisjesinternaat te ontdoen van alle mogelijke besmette (en niet besmette) muskieten. Alle scholen en overheidsgebouwen waren op de nationale preventiedag al bespoten, maar blijkbaar had iemand bedacht dat alle internaten in de stad ook een spuitbeurt moesten krijgen. Op zich geen onaardige gedachte, maar het voelt wel steeds meer dat men de put aan het dempen is, nu het kalf inmiddels verdronken is. Ook op het internaat hebben we inmiddels al een paar gevallen van Chikungunya, inclusief mijn schoonmoeder die samen met Martin, haar man, het internaat runt. Verder was opvallend dat het spuitwerk niet was aangekondigd en op geen enkele wijze was gecommuniceerd met mijn schoonouders, de leiding van het internaat dus. De mannen die uit auto waren gestapt konden we niets kwalijk nemen: zij hadden immers een bon waarop stond wat ze die dag moesten doen: "Grondig spuiten van het meisjesinternaat aan de Gravenstraat 89". De opdrachtgever was blijkbaar ook nog van de oude stempel. Al met al een knullige communicatie waardoor het effect beperkt zal zijn. Als de meisjes hun deuren open hadden laten staan was het uitroken van de muggen vele malen effectiever geweest. Helaas zaten nu alle deuren op slot. Ik mag hopen dat één van mijn studenten over een tijdje de scepter zwaait bij het Ministerie. Het zal de communicatie zeker ten goede komen!

Enfin, we waren al lang blij dat het ministerie het internaat een hoop werk en een smak geld bespaarde door het spuiten uit te voeren en te bekostigen. We openden dus maar snel de deuren van het internaat, zodat de heren hun opgedragen arbeid konden uitvoeren. Dat ze geen half werk leverden en een heftig poogden niet alleen de muskieten te verdelgen, maar tevens ook alle andere Soendersingh bewoners, merkten we al snel. De bijgevoegde foto's heb ik dan ook met gevaar voor eigen leven genomen. Daarna was er nog maar één uitweg: zo snel mogelijk naar mijn inspiratieloze kamer op de Campus. Maar mijn vlucht naar de oploskoffie van juffrouw Rada leverde me in ieder geval weer wat inspiratie op voor dit blog. En zo hep ieder nadeel zun voordeel!






dinsdag 14 oktober 2014

Onzichtbare vijand!

Steeds meer zie ik mensen om me heen die lopen alsof ze net de marathon ongetraind hebben uitgelopen. Ook gedragen steeds meer mensen zich alsof ze plotseling 20 jaar ouder zijn geworden. Zelfs het gedrag van vele jonge mensen doet me geloven dat de rollator niet alleen een nuttig instrument is voor hoogbejaarden. Ze strompelen vooruit en kermen en klagen alsof ze net van een grote veldslag zijn teruggekeerd. En feitelijk is dat ook waar: geen ouderwetse veldslag waar de ridders van de ene koning vechten tegen de ridders van de andere koning, omdat beide strijden om hetzelfde stuk grond en/of land. Iets wat overigens geen specifieke activiteit is van ridders uit een ver verleden. Zelden meegemaakt dat er zo veel potentiele brandhaarden waren die de wereldvrede serieus bedreigen. Het collectieve leervermogen is helaas nog vaak ver te zoeken. Ook opvallend dat bij dit soort zaken veel vaker mannen bij betrokken zijn dan vrouwen. Dit zegt wellicht iets over het feminiene leiderschap dat de wereld meer dan brood nodig heeft. In mijn SLB-traject komt dit aspect zeker ook aan de orde. Maar daarover wellicht een andere keer meer.


Geen ouderwetse veldslag dus, maar wel één die de betreffende persoon veel energie kost. Of eigenlijk moet ik schrijven, de patiënt veel energie kost. Suriname wordt op dit moment getroffen door een ware uitbraak van ChikungunyaHet heeft even geduurd voordat ik deze voor westerlingen ingewikkelde naam kon uitspreken en zelfs nog iets langer voordat ik deze naam ook zelf kon reproduceren en schrijven. Om het voor de lezer iets makkelijker te maken, zou ik deze ziekte ook fonetisch kunnen schrijven. Dat zou dan iets worden als: Tjiekonkoenia. Als ik het zo lees roept de naam bij mij meer de associatie op met de afhaalchinees dan met een zeer vervelende ziekte die een land onzichtbaar in de greep heeft. Chikungunya dus. Volgens Wikipedia is de benaming Chikungunya afkomstig van het makonde-woord voor "wat krombuigt", daarmee verwijzend naar de artritis-symptomen. Dat laatste doet de mensen krom en gebogen lopen en geeft heftige gewrichtspijnen. Patiënten kunnen elkaar niet direct besmetten, maar daar is een zogenoemde vector voor nodig, in dit geval de Aedes aegypti-mug, of te wel de Denguemug. En helaas is deze muggenpopulatie, of zoals we het hier noemen muskietenpopulatie, vele malen groter dan het aantal inwoners van Suriname. Een ongelijke strijd dus die vaak ongemerkt plaats vindt. De muskiet schuilt op allerlei plekjes waar je hem niet verwacht en ziet, is gek op een maaltje mensenbloed en is meester in het ongemerkt landen op de blootliggende mensenhuidOp het moment dat de activiteit van de muskiet door de mens wordt geconstateerd, is het leed veelal geschied. Het eventueel besmette speeksel van de muskiet kan zijn destructieve werk doen. En zo kan de muskiet ongemerkt en het virus onzichtbaar een land volledig in de greep houden. Daarbij is de angst voor het virus wellicht besmettelijker dan het virus zelf en de angst voor de muskiet groter dan de feitelijke populatie besmette muskieten: Het onderwerp wordt overal en nergens besproken en slokt op deze wijze een groot deel van de effectieve tijd op, ieder pijntje of mogelijk symptoom wordt door vele mensen in verband gebracht met een mogelijke besmetting van Chikungunya en is dus een argument voor een ziekmelding, er worden nationale dagen van preventie georganiseerd waarbij alle overheidsorganen gesloten blijven en vervolgens leidt dit weer tot een nationale discussie over het al dan niet serveren van een potje preventieve mosterd na een reeds besmette maaltijd. Ook is de discussie inmiddels opgelaaid of Suriname in staat zal zijn om een eventuele uitbraak van Ebola te lijf te gaan. Wel ja: nog een angstgegnerer er bij!


En zo heeft de angst en de onzichtbare vijand een verlammende greep gekregen op dit land. Ik zal niet zeggen dat het me helemaal onberoerd laat en ik immuun ben voor deze angstverhalen, die hier en daar worden bevestigd door lege collegebanken en zichtbaar kreupel lopende mensen. Toch weiger ik me te laten leiden door angst en daarbij passende verhalen. De werkelijkheid is dat alles begint met eigen verantwoordelijkheid en in dit geval met preventie en zorgvuldigheid. Dat betekent dat ik met een grote regelmaat mijn appartement schoonmaak. Een regelmaat die Sharida straks waarschijnlijk zal doen uitroepen dat ook in de Streefkerkstraat gevaarlijke muskieten zijn gesignaleerd. Ook het frequent flitten, of te wel ontsmetten van mijn appartement hoort daar bij. En misschien wel het allerbelangrijkst: er niet als een overenthousiaste toerist bij gaan lopen. Al verleidt de temperatuur me regelmatig tot het afwerpen van zo veel mogelijk kledingstukken – een gevoelstemperatuur van 38 graden is best wel warm - het is en blijft verstandig om het lichaam zo veel als mogelijk te bedekken: lange mouwen, een broek met tenminste pijpen tot de knieën en – al staat het niet elegant – sokken in de schoen maar ook de slipper. En natuurlijk heb ik daarmee niet de garantie dat ik binnenkort ook niet verlang naar een rollator of de hulptroepen in Nederland zal moeten inzetten voor een paar doosjes paracetamol omdat deze hier volledig zijn uitverkocht. Maar een gewaarschuwd mens telt immers wel voor twee: ik loop liever wat moeilijk nadat ik mijn grens tijdens één van mijn tropenruns ben overschreden. Dat is namelijk meestal na een goede nacht slapen weer over!


Voor meer informatie over Chikungunya:

http://groenroodwit.nl/chikungunya-suriname/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chikungunya-virus

 


dinsdag 7 oktober 2014

Vluchten kan niet meer!

De kogel is door de kerk, of beter gezegd: De kop is er af! Nu klinkt dat wat vreemd en verontrustend als mijn appartement zich bevindt op het terrein van de Evangelische Broedergemeenschap, waar ook de kerk met de exotische naam Soesamatjaar onderdeel van uit maakt. Ik kan de lezers van mijn blog gelukkig geruststellen: hoewel de kranten en vele inwoners van Suriname willen doen geloven dat Suriname is verwoorden tot één groot rovershol, voel ik me hier veilig en zijn het niet de wild west geluiden die me 's ochtends wakker maken. Nee, daar hebben een overzichtelijk aantal schreeuwende papegaaien het patent op. Iedere ochtend maken ze er een gezellig onderonsje van. Blijkbaar hebben ze geen angst dat hun privacy wordt geschonden, want ze babbelen er rustig op los, zodat de hele straat kan meegenieten.

Nee, de figuurlijke kop is er dus af! Het is even wennen, maar sinds maandag ben ik officieel hoogleraar. Volgens de definitie van Wikipedia is een hoogleraar een docent en veelal onderzoeker aan een universiteit. Hoogleraren zijn bij uitstek verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het hun toegewezen wetenschapsgebied en voor de inhoud van het te geven onderwijs op dat gebied. Een hoogleraar behoort tot het personeel van de universiteit. Aldus de digitale encyclopedie op het net! Afgelopen maandag had ik mijn vuurdoop. En ondanks dat dit wederom een term is met een militaire en gewelddadige achtergrond, kan ik ook hier de lezer van dit blog - wederom - geruststellen: tijdens het eerste college spatte hooguit het figuurlijke vuur er van af en was de hitte onder controle door een airco met gebruiksaanwijzing. Kortom: ik kan terugkijken op een geslaagd debuut als hoogleraar en dat is toch niet iets waar ik aan het begin van mijn carrière van had gedroomd. En de nacht daarvoor al helemaal niet. Voor een aantrekkelijke droom moet je toch enigszins rustig slapen, of wellicht REMslapen. Als dat rustige ontbreekt dan wordt het vaak wakker worden en/of dromen die onder de categorie nachtmerrie kunnen worden geplaatst. Bij mij was het het eerste en het laatste. Weinig en onrustig slapen en spookbeelden dat ik al mijn presentatiemateriaal thuis had laten liggen. Maar ja, of je nu lekker slaapt of slecht of helemaal niet, uiteindelijk beginnen de papegaaien toch met hun ochtendritueel. Dus toen ik op maandagochtend het geschreeuw van de ara's hoorde, wist ik dat het uur u naderde. Stiekem hoopte ik nog even dat we alles moesten afblazen om één of andere technische reden, zoals een kapotte airco of een haperende beamer. Het is en blijft Suriname, toch? Maar toen ik om klokslag 8 uur de collegezaal ging inspecteren, zag en voelde ik dat de techniek mij vandaag niet in de steek zou laten. Het beeld was helder, het geluid zuiver (weliswaar met de Franse of te wel de Surinaamse slag aangelegd) en de airco wist de temperatuur terug te brengen naar een voor mij aangenaam niveau van 22 graden. Een temperatuur die sommige studenten deed klagen over het feit dat ze het erg koud hadden. Het kan verkeren en alles in het leven is relatief. Dus de airco toch maar een paar graden hoger gezet. Of juist lager. Het is maar net van welke kant je het bekijkt. In ieder geval had niemand meer iets te klagen bij een temperatuur van 25 graden.

De techniek liet me dus niet in de steek en hoewel er Freedom of Choice is (één van de onderwerpen van dit eerste college: hebben wij eigenlijk wel een vrije wil?), was de mogelijkheid om te vluchten voor mij geen reeële optie. Geen roemloze dood, dan maar sterven in het harnas! Dus alle moed bij elkaar geraapt en geschraapt, de arena ingestapt en voor de troepen gaan staan. En om een lang college kort te maken: een volle bak omdat ook veel tweedejaarstudenten het college persoonlijke vaardigheden wilde volgen, veel studenten die qua moed en communicatieve vaardigheden nog een hele weg hebben te gaan (maar daar doen we het met ons team ook voor), aansprekende ondersteunende filmpjes en oefeningen, een te vol programma en vermoeide en enthousiaste studenten. Kortom: zowel de studenten als de docent zijn een stuk wijzer geworden en hebben beide een eerste slag geslagen. Met veel plezier kijk ik terug op mijn eerste optreden als hoogleraar en voel dat het vak SLB iets moois zal gaan toevoegen aan de ontwikkeling van een nieuwe generatie (persoonlijke) leiders. Om dit eerste succes te vieren heb ik een heerlijke Djogo gekocht, die ik nu soldaat ga maken.....wie weet mis ik hierdoor morgenochtend de ochtendvergadering van mijn vliegende vrienden en kan ik een keer verdoofd door de alcohol een rustige en vooral lange nacht maken!

maandag 29 september 2014

De moed van echte krijgers!

Het is lange droge tijd in Suriname. Ook hier is het klimaat van streek en houden de de seizoenen zich niet meer aan de regels. De droogte is eerder begonnen en zou zo maar langer kunnen gaan duren. Eén van de gevolgen is dat het water in het Brokopondostuwmeer lager staat dan gewenst en er hierdoor minder stroom kan worden opgewekt. En dat betekent - gek genoeg in een land met zoveel zon - dat er er regelmatig een te kort aan stroom is. Zo werd gisteren steeds een deel van Paramaribo voor 3,5 uur afgesloten van het netwerk, zodat er per stadsdeel gezorgd kon worden voor een (nood)oplossing. Of deze tijdelijk is of permanent dat weet ik niet. Wel heb ik begrepen van de summiere informatie die ik hierover heb kunnen lezen dat de aanvullende stroom wordt opgewekt door generatoren van Staatsolie. Daarnaast is ook duidelijk dat iedere Surinamer flink dieper in de buidel moet tasten om de stroomrekening te kunnen betalen. Meer betalen dus voor oude oplossingsmethodieken. 

Dagelijks hangt hier dezelfde gele bol als bij ons in Zoetermeer in de lucht. Daar hebben wij onze energierekening aanzienlijk mee kunnen verlagen en tegelijkertijd leveren wij een belangrijke bijdrage aan een schoner milieu. En dat we daarmee een hele kleine bijdrage kunnen leveren aan het stopzetten van de klimaatverandering is niet alleen mooi meegenomen, maar ook een plicht aan de volgende generatie: onze kinderen en hun kinderen!

Jammer dus er nu wordt gekozen voor een oude oplossing, ondanks dat er veel potentiële energie dagelijks in de lucht hangt. En natuurlijk snap ik ook wel dat dit allerlei nieuwe vraagstukken met zich meebrengt. Ik noem er een paar:
* Aanvoer van de zonnepanelen, maar dat lijkt me met een grote vriend als China die langzaam maar zeker veel macht heeft in Suriname, geen enkel probleem;
* Investeringen die gepaard gaan met massaal opwekken van zonne-energie. Ook dit is mijnsinziens een oplosbaar vraagstuk. Niet alleen hangt er een gouden bol hier in de lucht, maar zit er een gouden bel in de bodem. Handiger en verstandiger omgaan met deze grote bodemrijkdom zou een groot deel van de Surinaamse vraagstukken kunnen oplossen;
* De opslag van de opgewekte energie. Dit vraagstuk doet zich zowel op particulier niveau (teruggave van te veel opgewekte energie aan het centrale netwerk) als centraal niveau voor. Ik ben te weinig technicus om hier iets zinnigs over te kunnen zeggen, maar ik ben er van overtuigd dat vele deskundigen zich hier al lang over hebben gebogen. Daarnaast denk ik ook: wat deed men voorheen met te veel opgewekte energie via de watercentrale?
* Bewustwording van de bevolking en de overheid dat bij de huidige vraag naar energie en de veranderende omstandigheden de huidige aanvoer steeds minder toereikend is en zal zijn. Dat betekent dus of minder gaan gebruiken en/of andere bronnen gaan aanboren (overigens ook een woord uit het oude denken) en aanbieden. En dan liever dus niet meer via de oude bronnen die mede veroorzaker zijn van de huidige verstoringen.

En in dat laatste schuilt nu de kern van de problematiek. Als je ziet aankomen dat er zaken anders zullen gaan in de toekomst, is het raadzaam om tijdig de bakens te verzetten. Dat vergt wel dat HET wordt gezien. En dat lijkt zou eenvoudig, maar we zien meer niet dan we wel zien. We zien namelijk slechts wat we kennen en waar we ons op concentreren. Als je denkt dat ik hier maar wat zit te kletsen om mijn blog vol te typen, dan nodig ik je uit de volgende twee filmpjes eens te bekijken:
Ik lees graag de reacties via mijn blog!

Zien wat er is en je zaken gewaar en vervolgens bewust worden, dat is dus een hele kunst. En dan ben je er nog niet: vanuit bewust wording kan je verantwoordelijkheid nemen en de moed bij elkaar rapen om te handelen. Dat is persoonlijk leiderschap. Dat is: Face Everything, avoid nothing. En dat is waar ik het onder andere met de eerste jaarstudenten over ga hebben. "De moed hebben te doen wat je hebt te doen, wat je hebt te zeggen!" En dan nog wat: doceren en toepassen zijn twee verschillende dingen. Ook voor mij geldt dat: Dat zien gaat me nog wel goed af, maar de moed om niets te vermijden en dus tijdig de bakens te verzetten is ook voor mij nog hele kunst. De beste stuurlui staan immers aan wal. In die zin kan ik dus begrip opbrengen voor af en toe een tijdje zonder stroom!

Dat er ook mannen zijn die moed van de hoogste klasse tot een ware kunst hebben verheven, bewijst het laatste filmpje van dit blog. Wie heeft de moed om te reageren.........?


maandag 22 september 2014

Bureaucratisch leergeld

Vandaag de moed bij elkaar verzameld en in de blauwe wagen van de bureaucratie gestapt. Kon ik de vorige periode in Suriname daar nog van wegblijven met een toeristenvisum en een leugentje om best wil. Nu mijn verblijf hier, zoals het er nu naar uit ziet, beduidend langer zal gaan duren dan drie maanden, moet ik er toch aan geloven. Zonder verblijfsvergunning zal ik toch echt na uiterlijk drie maanden het land moeten verlaten. Een goede voorbereiding is het halve werk, dus in Nederland heb ik niets aan het toeval overgelaten: officiële geboorteakte en officiële trouwakte aangevraagd bij overigens twee verschillende gemeenten. Lang leve de DigiD in dit soort situatie. Thuis met de IPad op schoot alles aanvragen en natuurlijk afrekenen. Want voor niets gaat immers de zon op. De eerste euro's uitgeven voor dit - noem het maar gerust een project. € 12,50 voor zowel de gemeentekas van Zoetermeer en als die van Leiden! En hoewel deze documenten origineel en officieel zijn, worden ze hier niet geaccepteerd als ik niet kan bewijzen dat ze niet origineel en officieel zijn. Dus ergens in augustus op pad naar de rechtbank om de documenten te voorzien van officiële en formele apostillestempels. Een stuk sticker van plastic dat vorm krijgt als het door een speciaal apparaat wordt gehaald. De ambtenaar die dit apparaat mag bedienen, heeft als schone taak de gestempelde, of beter gezegd de bestickerde documenten, over te dragen aan een collega ambtenaar. Deze mag dan, in dit geval haar, handtekening op het document zetten mits de controle van de handtekeningen van de gemeenteambtenaren door haar als juist en bevoegd zijn beoordeeld, waarna het een officiële, originele en formele status heeft gekregen. Kosten van dit alles: € 40,-, exclusief reis- en verblijfkosten. Hiermee komt de tussenstandverblijfsvergunningteller op € 65,-. En ik ben nog steeds in Nederland! Op naar het Stadshart om twee goedgelijkende pasfoto's te laten maken. Want dat is de eis, zoals verwoord in het document van het consulaat. Het consulaat dat ik overigens al drie keer had gebeld voor vragen en advies. Het grote en goede nieuws dat ze mij hadden verteld, is dat ik een Surinamer van origine ben. En dat heeft gelukkig niets te maken met een lang verzwegen geheim van één van mijn ouders, maar alles met de voor ons zo bijzondere datum van 2 * 6 = 12: onze trouwdatum! En omdat mijn schoonmoeder 44 jaar geleden had besloten in Paramaribo te bevallen, ben ik voor de Surinaamse wet nu een Surinamer van origine. En zo kan het verkeren.
Twee goedgelijkende pasfoto's dus. Ik ga er van uit dat gelijke foto's ook wel worden goedgekeurd en besloot dus maar één setje te laten maken. Waarmee de tussenstandverblijfsvergunningteller op € 75,- kwam. Gelukkig kost niet alles zo veel geld, maar helaas wel veel tijd: uitdraaien en handmatig invullen van een Verzoekschrift aan de Minister van Justitie en Politie, net zoals het Toelatingsformulier. Zou digitaal toch een stuk sneller, handiger en efficiënter kunnen. Heb nu al mijn persoonlijke gegevens, als naam, paspoortnummer, geldigheid van het paspoort en naw-gegevens in Suriname twee keer in moeten vullen. Een Surinaams DigiD zou wonderen kunnen verrichten, maar ik durf er niet aan te denken hoeveel tijd en geld me dat zou kosten om zo'n SUDigiD aan te vragen en te bemachtigen.
Nu ik bijna alles had wat nodig was (mijn werkgeversverklaring van AdeK had ik inmiddels ook al binnen en is de verdienste van mijn collegae hier in Suriname), toog ik vastberaden naar het consulaat van Suriname in Amsterdam. Want wat ik al schreef: met een gewone toeristenvisum kon ik me nu niet meer redden. Ik moest nu toch echt een zakenvisum aanschaffen om Suriname binnen te komen. Eenmaal binnen, zou ik mijn verblijfsvergunning met de verzamelde documenten kunnen aanvragen; Eén van de voordelen van het zijn van Surinamer van origine. Als ik dat namelijk niet was geweest, had ik eerst in Nederland een Machtiging tot Kortverblijf (MKV) moeten aanvragen. Deze procedure duurt zo'n drie maanden en had me vervelend in de problemen kunnen brengen. Met dank dus aan mijn schoonmoeder voor het besluit van 44 jaar geleden!
Het zakenvisum was gelukkig snel geregeld en ik was even snel € 40,- armer. Totaalstand van de tussenstandverblijfsvergunningteller tot dan toe dus € 115,-. Ik nam met de mevrouw van het consulaat nog één keer alle bescheiden door. Een goede voorbereiding is immers het halve werk! "Prima!", was haar antwoord. Alleen ontbrak de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nog! Weer nieuwe informatie van het consulaat dus. Enfin, om maar geen problemen te krijgen in Suriname, nam ik het advies van deze mevrouw maar ter harte en maakte toen ik weer thuis was - met mijn DigiD - opnieuw een afspraak bij de gemeente Zoetermeer. Om een lang verhaal kort te houden: de VOG kwam er en de tussenstandverblijfsvergunningteller kwam daarmee op € 145,-.

Vandaag dus met mijn goede wil en dito voorbereiding richting de vreemdelingenpolitie. Na twee keer te zijn verwezen naar een ander loket, kreeg ik uiteindelijk een wat nors ogende dame te spreken, die mijn paspoort innam en vroeg of ik getrouwd was met een vrouw van Surinaamse afkomst. Uiteraard bevestigde ik dit en vroeg of zij een kopie van het paspoort van Sharida wenste in te zien. "Nee hoor, een kopie van de huwelijksakte was voldoende!". Zowaar, dit leek vlot te gaan verlopen. Wel moest ik een afspraak maken bij de immigratiedienst een paar deuren verder op. Dus op naar het volgende loket met goede moed. Dat ik daar mijn paspoort moest inleveren, hetzelfde paspoort dat nog ter inzage en bewerking lag bij de mevrouw die mij eerder had geholpen, maakte het even gecompliceerder. Gelukkig werd de kopie van mijn paspoort die ik al in Nederland had gemaakt geaccepteerd. Na een half uurtje wachten werd mij duidelijk gemaakt dat ik 27 oktober terug kan komen voor het vervolg van de afhandeling van de aanvraag van de verblijfsvergunning. Ik kon mij weer gaan melden bij de eerste dame. Die had zich gekweten aan haar zware taak: het zetten van een stempel, zodat ik in ieder geval een half jaar mag blijven in Suriname. Niet dat ik daar iets aan heb, want mijn eerste vertrek staat toch echt gepland op 13 december. Nu maar hopen dat na 27 oktober de procedure versneld kan worden afgerond. Ik moet dan nog wel eerst € 115,- storten bij de bank met de voor ons iets minder betrouwbare naam: DSB. Gelukkig heeft Dirk Scheringa hier niets mee te maken, dus dat zal wel goed komen. Daarmee komt de tussenstandverblijfsvergunningteller wel op € 260,-. Vele euro's lichter en nog geen zekerheid dat alles zal lukken. Een mooie les in het overwinnen van mijn allergie tegen de blauwe bureaucratie en het meebewegen met de ambtelijke molen. Wel een dure: Ik boek het maar af van mijn grootboekrekening Leergeld.

vrijdag 19 september 2014

De vrije wil van snoeren

Na een dag van even niets doen, start vandaag het eerste echte werk. Vandaag mijn eerste echte live ontmoeting met Rachna. Rachna en ik zullen het komend jaar intensief samenwerken aan het SLB-programma. Ik heb Rachna een paar keer via Skype gesproken en mede op basis van deze gesprekken die mij een goed gevoel gaven, opgenomen in het SLB-team. Ik vind het spannend om haar zo in levende lijve te ontmoeten. Het zal toch anders zijn dan via Skype. Nu ga ik ervaren of mijn beleving vanuit het digitale gesprek zal leiden tot de werkelijke verbinding die we beide voor ogen hadden.

Ter voorbereiding wilde ik nog wat zaken doornemen op mijn laptop. Die lag nog netjes in mijn handbagage want gisteren had ik immers vooral niets gedaan. Toen ik mijn adapter en mijn - niet draadloze - muis uit mijn handbagage pakte, constateerde ik dat beide innig verstrengeld waren in één grote bal van zwarte draden. En dat is toch merkwaardig, want zo had ik ze toch echt niet in mijn koffertje gedaan. Snoeren leiden altijd een eigen leven zo lijkt het. We ruimen ze netjes en overzichtelijk op, maar na een tijdje is het toch weer een in elkaar verweven chaos geworden. Of in ieder geval een ogenschijnlijke chaos: knopen blijken vaak helemaal geen knopen te zijn. Maar dat zien we pas vaak als we rustig en op een afstandje naar de kluwe draden kijken. Als we dat niet doen en de draden even snel willen ontwikkelen, wordt de chaos vaak pas echt een chaos en vormen er zich daar echte knopen waar het eerst vooral schijnbare knopen waren. Het zijn niet de draden die er een chaos van maken, wij zijn het uiteindelijk zelf. En opeens zag ik de overeenkomst met hoe wij vaak in het leven staan. Bijna dagelijks worden we geconfronteerd met situaties van ogenschijnlijke en werkelijke knopen: niet voorziene omstandigheden, toevalligheden, ongelukjes enzovoort. Het is de vrije wil van de snoeren, die ons leven continu beheerst. Wat ons dan niet gaat helpen is dat we te snel en met een te éénzijdige focus de kluwe te lijf willen gaan. Vanuit een gepaste afstand en een open mind, zullen we vaak zien dat de niet voorzienbare omstandigheden prima passen in het groter geheel. Het probleem is minder een probleem dan we in eerste instantie dachten. Of nog beter: het blijkt zelfs helemaal geen probleem te zijn, maar het leidt ons naar nieuwe mogelijkheden. En ja, soms is er echt sprake van een probleem en zullen we met beleid en overzicht de kluwe moeten ontwarren. In de praktijk vaak lastiger voor mij dan hier zo te schrijven. Maar mooi dat het web van in elkaar verstrengelde draden mij hier weer eens op attendeerde.

Nog een uurtje, dan drink ik een kop koffie met Rachna. In de cloud had ik geen last van verstikkende draden. Ben benieuwd hoe dat straks in real live zal zijn!


donderdag 18 september 2014

Goedemorgen!

"Je grote reis begint vandaag!" waren de eerste woorden vanochtend van mijn lieve vrouw. Het was haar manier om goedemorgen te zeggen en tegelijkertijd uitdrukking te geven aan haar verwarde gevoel van blijdschap (voor mij) en tegelijkertijd onzekerheid. "Yes, jij ook goedemorgen! Volgens mij is mijn grote reis al lang begonnen". Daarmee duidend op een turbulente zomer. Een zomer met veel verdriet, teleurstellingen, boosheid, frustratie en geestelijke afstand. Maar ook uiteindelijk een zomer met vele leermomenten. Momenten waarin de verbinding en liefde opnieuw werden ontdekt en uitgesproken, ruimte kwam voor nieuwe inzichten en helder werd dat we gezamenlijk ons eigen pad kunnen bewandelen. We zijn allemaal verantwoordelijk voor onze eigen input daarin, maar niet voor de output van de ander. Dat is overgave. Dat is het ultieme loslaten. Dat is werkelijke liefde. Dat heeft niets te maken met sturen, controle, beheersen, projectie, of meer van dat soort egobeheersende fenomenen. Vrijheid in wederzijdse afhankelijkheid. In een door het ego geleide duale wereld lijkt dit een contradictio in terminis. Vanuit de gedachte van non-dualiteit is hier echter geen sprake van tegengestelde, maar van elkaar versterkende begrippen. Het heeft even geduurd voordat dit besef binnen kwam. En het zal ongetwijfeld nog tijd nodig hebben voordat het definitief verankerd is in mijn systeem. En dat is mijn pad, mijn reis die dus aanving eind mei van dit jaar. En eigenlijk al 48 jaar en 5 maanden geleden. Een reis met mooie, rustige en ontspannende momenten, een reis die ik niet altijd even bewust beleefde, een reis met hoogte en dieptepunten, een reis met heftige momenten en onzekere momenten. Momenten die ik liever wilde ontwijken of niet onder ogen wilde zien. Maar de reis van het leven zal je te allen tijde bij dezelfde uitdagingen brengen zolang je deze niet bent aangegaan. Of je ze ook altijd als gelijk zal herkennen is maar zeer de vraag. Wat wel duidelijk is dat op het moment dat de herhaling voor je zichtbaar wordt, het moment van aangaan van de uitdaging ook dichter bij is gekomen. Het zou zo maar kunnen dat mijn lieve vrouw en ik dit moment gezamenlijk en individueel hebben ervaren. "Yes, jij ook goedemorgen! Ik wens jou ook een inspirerende reis!", was dan ook wellicht een beter antwoord geweest.