zondag 14 december 2014

Leven de levende taal!

De afgelopen weken heb ik ervaren hoe intensief, leuk en frustrerend het werk van een docent is. En ook in de komende weken zal ik dat ongetwijfeld verder gaan ervaren. Als het werk er op zit voor de studenten, begint het werk pas echt voor de docent. En dan te bedenken dat het daarvoor ook al veel energie heeft gevraagd: studiestof verzamelen, college voorbereiden, interactieve leeromgeving vormgeven, opdrachten bedenken, vormgeven aan de inhoud van de peergroupen. Na dit alles stromen de gemaakte opdrachten van de studenten massaal binnen via de elektronische leeromgeving. Dat doel is in ieder geval bereikt: de elektronische leeromgeving heeft definitief wortel geschoten binnen de Faculteit der Technische Wetenschappen. Alle vrije uurtjes heb ik de afgelopen weken gestoken in het nakijken en beoordelen van deze opdrachten. Opeens heb ik met terugwerkende kracht buitengewoon veel respect voor alle leerkrachten en docenten die ik het leven niet altijd even plezierig heb gemaakt. Want wat ik zo nu en dan voorbij zie komen, doen mijn wenkbrauwen fronsen van oor tot oor. Geen vergissing: nee van oor tot oor. Wat ik langs heb zien komen qua Nederlands taalgebruik slaat echt alles. Laat ik het maar niet hebben over het gebruik van leestekens die zo maar ergens in een zin worden geplaatst, of het op gevoel vervoegen van een werkwoord dat zou maar kan leiden tot een opmerking dat ik iets vondt. En wat te denken van een zin als: "kmoet mijnzelf afvragen of ik me studie wel in 4 jare kan doen.". Nu zal ik met een Abraham in het vizier wel enige trekken van een zeurende oude man krijgen, maar het gedachteloos gebruiken en verbasteren van spreektaal naar Facebooktaal en dit vervolgens klakkeloos kopiƫren naar officiƫle schrijftaal gaat mij toch te ver en zeker te snel.

Natuurlijk een taal leeft. Een taal moet leven. En dat de Nederlandse taal leeft blijkt wel uit alle leuke verkiezingen van het woord van het jaar 2014. Althans in Nederland. Het land waar ik nu weer voor een maand zal bivakkeren. Het land waar de Clownspiet en de Stroopwafelpiet inmiddels hun hielen hebben gelicht nadat ze een laatste Sintfie hadden gemaakt met de enige echte Sinterklaas en Opa Piet. Waar economen en politici van de Kamikazecoalitie en Guerrillaoppositie zich druk maken over de Dagobertducktaks, Pakkenproletariers, Moestuinsocialisme, en Laagflatie, maar bovenal over de Saldosjoemelaars. Het land waar selfies, stemfies, churchfies en sintfies hinderlijk worden verpest door steeds weer die fotobommen. Crimiclowns de straten onveilig kunnen maken en waar we angst ingeboezemd krijgen voor Jihadgezinnen, Kalifaatgangers en straatintimidatie. Een land waar het verdacht veel begint te lijken op een echte wegkijkstaat. Waar we soms collectief verdrietig zijn na een rampvlucht of collectief juichen in ons juichpak na een inmiddels zeldzaam wordende overwinning van onze jongens. Waar we met een ombuiggesprek de participatiemaatschappij nieuw leven in willen blazen om het zodoende te kunnen framen waarna we het duurzaam kunnen verankeren. En al denken we soms dat dit allemaal aanmodderenfakkers zijn, in Nederland zijn er steeds meer spornoseksuelen die vergeetverzoeken indienen om zo hun privacy te waarborgen. Hooguit dat ze daarna vrijuit kunnen Tinderen, dat sluit ik dan weer niet uit zeg maar! Het devies is immers nog steeds: Yolo!! In ieder geval stappen deze durfals wel uit hun comfortzone. En daar zullen vele toch wel flabbergasted over zijn. Ik zeg je, echt random! En oh my God, dan vergeet ik natuurlijk ook nog al die loomers die wellicht in aanmerking komen voor een jubelton van duurzaam rijke ouders. Tegen die tijd is een familyfie wel op z'n plaats.

Kortom een taal verandert en dat is goed ook. Maar het vergt wel wat flexibiliteit en absorptievermogen om alles bij te houden. Zeker voor lichtgrijzende docenten die opdrachten van jonge, inventieve studenten moeten nakijken. Het geeft in ieder geval aangename stof tot schrijven en denken in een troosteloze vertrekhal waar we wachten op een vertraagd vliegtuig. Of te wel de plane vertrekt wat later zoals ze het hier zeggen. Het land van mijn huidige werkgever, van kerstliederen bij 30 graden en hinderlijke muskieten ga ik nu verlaten. Maar ook het land van stagairejagers, buitenvrouwen, alisieonthouders, uitlaatfetisjisten, chikungunyaverdelgers, studielimieters, reliehoppers, partijswitchers en quorumbombers. Tja, ook hier staat de ontwikkeling van de taal niet stil. Ik wens mijzelf een chille vlucht en hoop dat ik over een uur of 14 in mijn onesie lekker op de bank lig met mijn lieve vrouw. En nee, ik zal er geen samenfie van maken om deze daarna te kunnen posten op Facebook. Ik ben tegenwoordig slechts een Facebookvoyeur. Dus dat!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten