zondag 22 februari 2015

Van de golven in de flow!

Bloggen is leuk, zolang de motivatie om te schrijven van binnenuit komt. Als de flow, wat dat dan ook moge zijn, mij drijft naar mijn toppen van inspiratie. De toppen die mij een schilderachtige kijk geven op het landschap van het leven of doen wegzinken in de stilte van de poëzie van mijn eigen leven. Die flow was er de afgelopen periode niet, hoewel ik wel het gevoel had mee te drijven op een andere flow: de golven van het leven. Golven van overgave in een zee van zelfacceptatie. Het ontdekken van deze nieuwe gebieden passen bij de dieperliggende motieven van mijn Surinameavontuur. Desalniettemin voelen deze golven lang niet altijd even comfortabel aan. Zolang het blijft bij wat dobberen in mijn boot van persoonlijk leiderschap op open water is er geen vuiltje aan de lucht, maar zodra er donkere wolken van angst en falen aan de imaginaire horizon verschijnen en het doembeeld van een fatale schipbreuk het denken gaat beheersen, kan ik alleen nog maar denken aan de reddingssloep en dat veilige reddingsvest. Waarbij de reddingssloep symbool staat voor alles en iedereen behalve ikzelf en het reddingsvest voor vluchten, duiken, verstoppen, af laten weten of meer van dit soort zaken om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

Na het afgelopen blog belandde ik in meerdere denkbeeldige stormen waarin mijn schip van persoonlijk leiderschap zijn en tegelijkertijd haar waarde heeft moeten bewijzen. Zo was het definitief afsluiten van het hoofdstuk Vis een race tegen de klok waarbij de reddingssloepen en de zwemvesten al waren gebruikt door vele ex-collegae. Met slechts een paar collegae hebben we tot het bittere einde moeten rennen om het Productschap Vis een waardig heengaan te verzorgen en tegelijkertijd de erfenis goed te regelen. Dit kon alleen met de overgave van al deze laatsten der Mohikanen. En natuurlijk is er hier en daar een traantje gelaten. Afscheid nemen, zeker als dat definitief is, doet altijd pijn. Ook al was de patiënt al jaren terminaal en het heengaan werd ervaren als een bevrijding uit het lange lijden.

De zakelijke golven kwamen samen met een tsunami van privé golven. Fysieke grote afstand in combinatie met sprongen in het quantumveld staan garant voor een aardverschuiving in het evenwicht van de liefde en verbinding tussen geliefden. Reddingssloepen zouden ons alleen maar verder uit elkaar hebben gedreven en de reddingsvesten konden we in onze wanhoop en hopeloosheid niet meer vinden. Samen op de boot van persoonlijk leiderschap met ons enige kledingstuk waarop groot "I ❤️ kwetsbaarheid" stond geschreven, was het enige echte alternatief. De beste stuurlui stonden deze keer niet aan wal en twee kapiteins op het schip met de gewijzigde naam, het schip van liefde is het beste wat een mens kan overkomen.

Toen het nieuwe vertrek. De meeste zaken worden gewoon als je ze maar lang genoeg herhaalt. Dit afscheid daarentegen allerminst. Het lijkt iedere keer zwaarder te worden. Zeker na die prachtige weken van hernieuwde verbinding en herontdekking van de liefde. Het beste medicijn is me onderdompelen in het hier en nu. Volledig gaan voor datgene wat ik heb en wat ik wil en kan geven. Of dat nu voor de studenten is of, net als afgelopen vrijdag, voor de docenten. Op de golven van moed, kwetsbaarheid en inspiratie mijn kwaliteiten, energie en kracht inzetten voor het hogere doel. Zonder reddingssloepen, zonder zwemvesten, zonder verzet tegen wat dan ook. Meegaan in hetgeen er is en zich voordoet met een open geest, een open hart en een open wil. Dat is wat we flow noemen. Zo te zien aan dit blog is die er weer!

zondag 14 december 2014

Leven de levende taal!

De afgelopen weken heb ik ervaren hoe intensief, leuk en frustrerend het werk van een docent is. En ook in de komende weken zal ik dat ongetwijfeld verder gaan ervaren. Als het werk er op zit voor de studenten, begint het werk pas echt voor de docent. En dan te bedenken dat het daarvoor ook al veel energie heeft gevraagd: studiestof verzamelen, college voorbereiden, interactieve leeromgeving vormgeven, opdrachten bedenken, vormgeven aan de inhoud van de peergroupen. Na dit alles stromen de gemaakte opdrachten van de studenten massaal binnen via de elektronische leeromgeving. Dat doel is in ieder geval bereikt: de elektronische leeromgeving heeft definitief wortel geschoten binnen de Faculteit der Technische Wetenschappen. Alle vrije uurtjes heb ik de afgelopen weken gestoken in het nakijken en beoordelen van deze opdrachten. Opeens heb ik met terugwerkende kracht buitengewoon veel respect voor alle leerkrachten en docenten die ik het leven niet altijd even plezierig heb gemaakt. Want wat ik zo nu en dan voorbij zie komen, doen mijn wenkbrauwen fronsen van oor tot oor. Geen vergissing: nee van oor tot oor. Wat ik langs heb zien komen qua Nederlands taalgebruik slaat echt alles. Laat ik het maar niet hebben over het gebruik van leestekens die zo maar ergens in een zin worden geplaatst, of het op gevoel vervoegen van een werkwoord dat zou maar kan leiden tot een opmerking dat ik iets vondt. En wat te denken van een zin als: "kmoet mijnzelf afvragen of ik me studie wel in 4 jare kan doen.". Nu zal ik met een Abraham in het vizier wel enige trekken van een zeurende oude man krijgen, maar het gedachteloos gebruiken en verbasteren van spreektaal naar Facebooktaal en dit vervolgens klakkeloos kopiëren naar officiële schrijftaal gaat mij toch te ver en zeker te snel.

Natuurlijk een taal leeft. Een taal moet leven. En dat de Nederlandse taal leeft blijkt wel uit alle leuke verkiezingen van het woord van het jaar 2014. Althans in Nederland. Het land waar ik nu weer voor een maand zal bivakkeren. Het land waar de Clownspiet en de Stroopwafelpiet inmiddels hun hielen hebben gelicht nadat ze een laatste Sintfie hadden gemaakt met de enige echte Sinterklaas en Opa Piet. Waar economen en politici van de Kamikazecoalitie en Guerrillaoppositie zich druk maken over de Dagobertducktaks, Pakkenproletariers, Moestuinsocialisme, en Laagflatie, maar bovenal over de Saldosjoemelaars. Het land waar selfies, stemfies, churchfies en sintfies hinderlijk worden verpest door steeds weer die fotobommen. Crimiclowns de straten onveilig kunnen maken en waar we angst ingeboezemd krijgen voor Jihadgezinnen, Kalifaatgangers en straatintimidatie. Een land waar het verdacht veel begint te lijken op een echte wegkijkstaat. Waar we soms collectief verdrietig zijn na een rampvlucht of collectief juichen in ons juichpak na een inmiddels zeldzaam wordende overwinning van onze jongens. Waar we met een ombuiggesprek de participatiemaatschappij nieuw leven in willen blazen om het zodoende te kunnen framen waarna we het duurzaam kunnen verankeren. En al denken we soms dat dit allemaal aanmodderenfakkers zijn, in Nederland zijn er steeds meer spornoseksuelen die vergeetverzoeken indienen om zo hun privacy te waarborgen. Hooguit dat ze daarna vrijuit kunnen Tinderen, dat sluit ik dan weer niet uit zeg maar! Het devies is immers nog steeds: Yolo!! In ieder geval stappen deze durfals wel uit hun comfortzone. En daar zullen vele toch wel flabbergasted over zijn. Ik zeg je, echt random! En oh my God, dan vergeet ik natuurlijk ook nog al die loomers die wellicht in aanmerking komen voor een jubelton van duurzaam rijke ouders. Tegen die tijd is een familyfie wel op z'n plaats.

Kortom een taal verandert en dat is goed ook. Maar het vergt wel wat flexibiliteit en absorptievermogen om alles bij te houden. Zeker voor lichtgrijzende docenten die opdrachten van jonge, inventieve studenten moeten nakijken. Het geeft in ieder geval aangename stof tot schrijven en denken in een troosteloze vertrekhal waar we wachten op een vertraagd vliegtuig. Of te wel de plane vertrekt wat later zoals ze het hier zeggen. Het land van mijn huidige werkgever, van kerstliederen bij 30 graden en hinderlijke muskieten ga ik nu verlaten. Maar ook het land van stagairejagers, buitenvrouwen, alisieonthouders, uitlaatfetisjisten, chikungunyaverdelgers, studielimieters, reliehoppers, partijswitchers en quorumbombers. Tja, ook hier staat de ontwikkeling van de taal niet stil. Ik wens mijzelf een chille vlucht en hoop dat ik over een uur of 14 in mijn onesie lekker op de bank lig met mijn lieve vrouw. En nee, ik zal er geen samenfie van maken om deze daarna te kunnen posten op Facebook. Ik ben tegenwoordig slechts een Facebookvoyeur. Dus dat!


dinsdag 18 november 2014

Dag Sinterklaasje?

Als ik het goed begrijp ben ik tegenwoordig een zielige linkse kanker landverrader, die snel een touw met een zware steen er aan om zijn nek moet krijgen geknoopt. Waarna ik vervolgens voor de haaien geworpen moet worden. Ja want op tyfen naar mijn eigen bananenrepubliek gaat voor mij namelijk niet op. Dus dan maar de dood zonder de gladiolen. 

Het klinkt wellicht allemaal wat overdreven en wat schokkend. Maar dit is toch echt de taal die ik in de afgelopen weken steeds met grotere verbazing langs zag komen op Facebook bij zogenaamde vrienden. Facebookvrienden die ik volg omdat ik graag lees wat er ook speelt in de maatschappij en hoe daar onder vrienden over wordt gedacht en gesproken. En dat is pas echt schokkend. En ja, dan heb ik het over het Zwarte Pieten debat. Hoewel dat laatste te veel eer geeft aan dit gedoe. Aan beide uiterste kanten is de nuance volstrekt verdampt. En als je als witte Nederlander ook maar enigszins de nuance tracht in te brengen of nog erger in de ogen van de loopgravenverdedigers van onze tradities landverraad pleegt als je aangeeft dat je open staat voor de gevoelens en gedachten van zwarte Nederlanders, dan blijven de verwensingen en bedreigingen nooit lang uit. Ik moet niet alleen vrezen voor mijn leven, want als de dood me bespaard blijft, ik geen tyfus, kanker of syfilis lijdensweg zal moeten ondergaan, dan zal ik er toch wel degelijk rekening mee moeten houden dat ik binnenkort word overheerst door die vieze zwarte apen of nog erger: ik zal altijd halal vlees moeten eten en ik zal me moeten realiseren dat ik op deze wijze de sharia over me heen roep. Dit alles maakt me natuurlijk niet bang, maar wel erg verdrietig. Wat een boosheid, wat een angst, wat een onbegrip, wat een onnozelheid! Echt begrip, echte tolerantie, echte liefde is blijkbaar nog ver weg.

Vandaag zag ik een mooi artikel op Facebook over onze niet altijd zo mooie en zuivere historie (zie de bijgevoegde link: http://www.volkskrant.nl/opinie/natuurlijk-kwetst-zwarte-piet-surinamers~a3771202/ ). Deze keer geplaatst door een neef van mij. Het artikel had ik al eerder gelezen. Voor mij was het een versterking van mijn veranderende ideeën over de figuur van Zwarte Piet. Zijn geschreven tekst bij het artikel raakte mij. Hij gaf namelijk aan dat dit artikel, samen met de meest recente reacties over een foto van een deel van het Nederlandse elftal, bij hem een omslag in het denken te weeg had gebracht. Ik herkende mijn eigen proces hierin. Ik antwoordde hem dan ook als volgt:

------------------------------------------
Mooi dat er ook bij jou een omslagpunt is. Die heb ik zelf ook meegemaakt. Een eventuele andere kijk kan pas ontstaan als we ons open blijven stellen voor mogelijke andere inzichten en andere meningen. En ons niet verschansen in onze loopgraven van onze tradities. Waarbij onze overigens staat voor witte tradities. Er zijn wel meer witte tradities die we gelukkig al ver achter ons hebben gelaten. 

Nu ik hier in Suriname woon en werk, voel ik de emoties en onze geschiedenis nog intenser dan ik ze ooit heb gevoeld bij mijn (Surinaamse) vrienden en familie in Nederland. Vooral hier realiseer ik me dat we niet heel veel generaties terug hoeven te gaan naar het tijdperk van uitbuiting en slavernij. En dat hoorde ook bij onze cultuur en onze tradities.
Het meest schokerende voor mijzelf was toen ik een promotie van één van mijn collegae bijwoonde (begin dit jaar) en de promotiecommissie, getooid in de feestelijke en traditionele kleding die daarbij hoort, binnen kwam en mijn eerste gedachte was: "Het lijken wel Zwarte Pieten!" Ook ik had dus die gedachte! Ook ik ben dus sterk beïnvloed - zonder dat ik dat besefte - door onze tradities en vooral gedachtenspinsels! Die zitten dus allemaal heel diep. Het werd tijd om anders te gaan denken.....

Ik pleit zeker niet voor afschaffing van het Sinterklaasfeest, wel voor meer wederzijds begrip, echt luisteren naar elkaar, meer aandacht voor gevoel dan voor zogenaamde feitelijkheden, het feest terug geven aan de kinderen en er geen volwassenending van te maken. Want geloof me: kinderen hebben net zo veel plezier aan blauwe, witte, clowns, af wat dan ook Pieten.
------------------------------------------

Tot zo ver het stukje zelfplagiaat. Ik schaam me er niet voor dat ik met veel plezier en vol enthousiasme het Sinterklaasfeest heb gevierd. Ook schaam ik me er niet voor dat mijn eigen jongens met veel plezier voor Zwarte Piet hebben gespeeld. Ook ik ben een product van mijn opvoeding en cultuur. Maar dat betekent niet dat mijn inzichten niet kunnen veranderen. Ik zou me wel moeten schamen als deze nieuwe inzichten niet zouden leiden tot een aangepaste mening en aangepast gedrag. Het zou mooi zijn als de loopgravenvechters tegen Zwarte Piet zouden beseffen dat verandering tijd en inzicht nodig heeft. Tijd is er altijd en daar hoeven we niets voor te doen. Maar inzicht komt door dialoog, gesprekken, wederzijds begrip en meer van dit soort verbindende zaken. Maar inzicht kan niet worden afgedwongen door geweld, intimidatie of meer van dit soort afstand kwekende en polariserende activiteiten. Dit zorgt er alleen maar voor dat we beide gevangen blijven in onze eigen gedachten, ideeën en ons aan beide kanten steeds dieper ingraven in onze loopgraven van onze eigen verhalen. Verkondig de boodschap. Maar met liefde!

Dit jaar vier ik Sinterklaas in de tropen. En natuurlijk is in deze oude kolonie iets blijven hangen van het oer-Hollandse feest. Op 5 december is het hier Kinderdag. En ja, met alle bekende gezelligheid van "onze" tradities!! En nee, niet met de Piet zoals wij die nog kennen. Als ik volgend jaar wel in Nederland ben rondom Sinterklaas, en het feest niet inmiddels is gestikt door de wurgende greep van de grootste voorvechters van "onze" tradities,  schmink ik mijn zonen graag met alle kleuren van de regenboog! 







zondag 2 november 2014

Lang zullen ze leven!

Na weken van relatieve rust, had ik deze week opeens te maken met een volle agenda. Naast het werk, waarover in een volgend blog meer, was het de week van de bijzondere verjaardagen. Op 1 november 1968 zag mijn huidige werkgever, na een zwangerschap van ruim twee jaren, het eerste levenslicht. Toen nog onder het bewind van de koloniale macht, hetgeen toch een stuk minder vriendelijker klinkt dan onder de Nederlandse vlag. Het waren weliswaar de nadagen van het Suriname onder het koninkrijk – het was nog iets meer dan 7 jaren wachten op de onafhankelijkheid op 25 november 1975 – het was ook een periode van relatieve zelfstandigheid binnen het Koninkrijksverband. In die periode van semi-autonomie werd dus de Universiteit van Suriname geboren. Later, in de periode na de beruchte staatsgreep, kreeg het de huidige naam, Anton de Kom Universiteit Suriname. Dit weekeinde was dat dus precies 46 jaar geleden. En omdat de zaterdag blijkbaar heilig is, werd de Dies Natalis dit jaar op vrijdagavond 31 oktober gevierd. Voor Surinamers overigens geen enkel probleem, omdat men toch al de gewoonte heeft om de jarige de avond voor zijn of haar echte jaardag (voor de echte Bakra’s onder ons: nee geen spelfout), de zogenoemde owru jari, flink in het zonnetje te zetten. Gekleed alsof ik naar een formele bijeenkomst ging in Nederland op een koude, maar droge lenteavond, dus met jasje en dasje, had ik vrijdagavond mijn ontgroening in het vieren van de verjaardag van een universiteit. Verschillende formaliteiten kwamen voorbij: Het volkslied, toespraken van de minister van onderwijs en andere hoogwaardigheidsbekleders, wetenschappelijke lezingen, het universiteitslied en verschillende eredoctoraten waaronder die van oud profvoetballer Clarence Seedorf, die tot het gênante aan toe schaamteloos steeds onze Clarence werd genoemd. Toen hij nog actief was als voetballer en regelmatig het oranje shirt aan hand, was hij toch echt één van onze jongens. Ach, het blijft soms een lastige situatie tussen de onafhankelijke natie en de ex-kolonisator. De heer Seedorf, want een eredoctor spreek je toch echt aan met zijn achternaam en niet met onze Clarence, zal zich echter hier niet druk om maken. De brede glimlach op zijn gezicht verraadde dat hij volop genoot van zijn nieuwe prijs in zijn rijk gevulde prijzenkast. Het was tevens het einde van de formaliteiten, waarna de festiviteiten op een informele wijze werden voortgezet aan de pool van het welbekende Torarica hotel. Jawel, nog steeds met jasje en een dasje. Maar, en dat is eigenlijk veel belangrijker, volgens goede Surinaamse gewoonte ook met een hapje en een drankje. Al geven die verklein woordjes de werkelijkheid niet op een juiste weer. Het Parbo bier en de sterke drank stroomden rijkelijk en de bara’s, saté’s en de pasteitjes werden verorberd en gehamsterd alsof men bang was dat het land nog diezelfde avond door een te groot aantal Chikunguya gevallen afgesloten zou moeten worden voor de rest van de wereld. Voor mij was het vooral de kunst om het jasje en het dasje gevrijwaard te houden van de saté- en andere heerlijke sauzen. Sauzen die je overigens als een letterlijke pain in the ass de dag daarna op het kleinste kamertje doen uitroepen dat dit toch echt de laatste keer was dat je je liet verleiden tot deze heerlijke sauzen. Het jasje en het dasje bleven schoon, wat voor mij toch echt meer uitzondering is dan regel, en konden uit en af toen we met een aantal collegae nog wat gingen stappen in de stad. Hetgeen je hier echt niet te letterlijk moet nemen als je een gezellige avond wilt hebben dat langer duurt dan 10 minuten. Al met al een mooi verjaardagsfeestje!

De tweede bijzondere verjaardag was op zondag 2 november, vandaag dus. De kerk op het terrein van het meisjesinternaat Soendersingh, vierde vandaag haar 110e verjaardag. Een hoogbejaarde leeftijd die inmiddels ook wel terug te zien is in haar trouwe bezoekers. Geen van hen heeft natuurlijk aan de wieg gestaan van de gemeente Soesamatjaar, maar de gemiddelde leeftijd ligt toch wel op het punt waarop de meeste mensen serieus beginnen te denken aan de concrete invulling van het pensioen. Gezien de boodschap die er wordt verkondigd en de attitude van meerdere kerkgangers, die ik beide absoluut niet vind passen bij de naam van de kerk – Soesamatjaar betekent de blijde boodschap - , verbaast het mij niet dat deze gemiddelde leeftijd zo hoog ligt. De verkondiging van een zogenaamde enige echte waarheid en de eeuwige straf die er in het vooruitzicht ligt als deze enige echte waarheid niet wordt omarmd en beleden, is iets waar ik jaren geleden al lang afscheid van heb genomen. En naast mij nog vele meer. Ook hier in Suriname zoals uit de lege stoelen en het hoge grijsgehalte blijkt. Het Christendom, net als overigens de Islam, zijn zoals ik heb geleerd, geloven van de Liefde. En ja: bewust met een hoofdletter geschreven. Het simplistisch prediken over goed en fout, over hemel en hel en over de Drie-eenheid tegenover de Duivel, het afgeven op andere geloofsrichtingen en als een narcist geloven in je eigen waarheid en schoonheid, staan hier in mijn ogen heel ver van af. Ik schreef al eerder dat Suriname een zeer religieus land is en er over en weer een groot respect is naar elkaars geloofsrichtingen en –uitingen. De mensen hebben dit al lang ontdekt. Nog niet alle instituten blijkbaar. Het is voor mij het bewijs dat het spirituele geloof iets volstrek anders is dan het institutionele geloof en ik een aantal jaren geleden een voor mij goede keuze heb gemaakt toen ik me definitief losmaakte van het instituut dat nu PKN heet. De spirituele kant blijft echter boeien en blijft voor mij een bron voor persoonlijke groei en troost.

Vandaag echter geen dag voor vraagtekens en inhoudelijke discussies. Vandaag een dag van feest en blijdschap. Maar bovenal van de goede Surinaamse gewoonte dat een feest pas een feest is als er goed gegeten en gedronken wordt. In dit geval bestond dat laatste natuurlijk uit water en soft. De benaming voor alles waar koolzuur, kleurstoffen en suiker in zit. Geen alcohol blijkbaar in de kerk of de vierkante meters daarbuiten of daaronder. Een echte bijbelkenner ben ik niet, maar wijn was in de tijd van Jezus volgens mij ook een gewild product. Dus had een glaasje rode wijn echt niet misstaan, lijkt me. Het organisatiecomité had echter anders besloten. Dus de overheerlijke maaltijd met roti, rijst, kip en meerdere soorten groenten, werd vergezeld door een flesje water en deze keer na lange tijd weer eens een colaatje. Ook hier was sprake van een geslaagd verjaardagsfeestje, hoewel de tropische regenbui van ruim een uur heftig zijn best deed om één en ander te verstoren. Tevergeefs! De kroon op het werk van de mensen die hier lang aan hebben gewerkt en vele vrije uren hebben besteed aan de organisatie van dit feest en andere festiviteiten en formaliteiten die in dit jubileum jaar hebben plaatsgevonden. En nu met elkaar nadenken hoe de volgende 110 jaren gehaald kunnen worden. En reëler: de volgende 10 jaren!

Mooie en bijzondere verjaardagen dus met de typische Surinaamse gebruiken. Maar één ding heb ik in beide gevallen gemist. Het zingen van dat ene liedje dat ik na vele jaren inmiddels ook weet mee te zingen. Bij deze dan alsnog:

A die mi jere you verjarie, 

A die mi jere you verjarie,

A die mi jere you verjarie,

dang mi kong festeri you!


A no fi koek a no fi sopie,

A no fi koek a no fi sopie,

A no fi koek a no fi sopie,

dang mi kong festiri you!




zaterdag 25 oktober 2014

Geen wintertijd voor mij!

Dit weekeinde gaat, als ik het goed heb begrepen, de wintertijd in in Nederland. Hier doen we niet aan de winter en de huidige gevoelstemperaturen tussen de 38 en 41 graden doen me vooral denken aan een Nederland met zon, zee, strand en luchtig geklede mensen die klagen over de hitte en roepen dat het hier ook altijd hollen of stilstaan is met het weer. Hier doen we dus niet aan de winter en we doen dus ook niet mee met de wintertijd. Het wordt hier donker tussen half 7 en 7 uur en in de ochtend wordt het tussen 6 en half 7 weer licht. Dat hele systeem schuift gedurende het hele jaar misschien een half uurtje op, maar dat is het dan ook wel. Geen lengende dagen of zoals in dit jaargetij, steeds kortere dagen. Dus ook geen uurtje langer slapen vannacht. En zo gaat het hier, 365 dagen per jaar: alle dagen ongeveer 12 uur licht en 12 uur donker, temperaturen die variëren tussen de 28 en 35 graden. Al met al weinig variatie. De enige variatie is de hoeveelheid regen: we hebben een lange en korte droge tijd en we hebben een lange en korte regentijd. Maar ook hier is het klimaat behoorlijk in de war en regent het soms flink in de droge tijd en blijft de regen uit in de regentijd. De verschillen die er dus waren, worden door de klimaatverstoringen behoorlijk genivelleerd. En als ik eerlijk ben, is dit wel iets dat me doet verlangen naar Nederland. Ik heb Sharida al gevraagd om wat foto's te maken van de bomen en onze wijnstronk, die langzaam in hun winterstand komen. Als ik mijn ogen sluit, zie, ruik en ervaar ik even of ik in Nederland ben. De geur en kleur van de herfst, van mooie rode en gele bladeren, vochtige bodems met een tapijt van bladeren en een diversiteit van paddestoelen die overal de grond uitschieten, een flinke zuidwester die de bomen een handje helpt om afscheid te nemen van de laatste paar bladeren die hardnekkig proberen het onvermijdelijke proces van loslaten trachten te voorkomen, de ochtendauw of mist die alle scherpe geluiden doet verstommen waardoor en bijna een serene stilte ontstaat, de loslatende spinnenwebben die je opeens in je gezicht voelt. Ik word er bijna weemoedig van. Tegelijkertijd geniet ik van hetgeen ik hier en nu heb en ervaar. Een andere werkelijkheid, als die al bestaat, is er immers niet. 

Die werkelijkheid heeft me deze week bijzondere en mooie momenten opgeleverd. Omdat mijn schoonouders en de totale personele staf van het internaat, inclusief de kok, geveld zijn door het Chikungunya virus, kon ik deze week niet genieten van de luxe van een heerlijke, gezonde en klaarstaande maaltijd als ik terugkwam van mijn werk. Helaas kon ik ook niet zoveel betekenen voor de ziekenboeg. Mijn aanwezigheid was meer een last dan een lust. Ik heb dan ook van de nood een deugd gemaakt en ben dan ook een paar dagen op stap geweest. Wat eten bij het Vat. De place to be voor bakra's zoals ik. De meerderheid is Nederlander, dus voor je het weet kan je gezamenlijk wat klagen over de ongemakken die je hier tegenkomt in het dagelijks leven. Zeker, als je net als ik, bekenden uit Nederland tegenkomt. Maar nadat we met elkaar de tweede Djogo meester hadden gemaakt, was ik de zelfverheerlijking zat en was het tijd voor mij om deze fysieke chatroom te verlaten. Alleen verder op pad om me bezig te houden met iets wat me altijd intrigeert: het ervaren van de randen van de samenleving. Ook in Suriname zijn er plekjes waar je eigenlijk niet wilt komen of gezien wilt worden. Plekken waar het geld niet eerlijk of op een voor de meeste mensen niet gebruikelijke wijze wordt verdiend of juist wordt verloren. Plekken waar er onvriendelijke en ongure mannen rondlopen en opvallend veel schaars geklede dames die opeens doen alsof ze je al jaren kennen. Plekken waar er meer wordt gerookt dan alleen zuivere tabak. Of zoals Het Klein Orkest het ooit zo mooi verwoorde: "Plekken die lokken, kom dansen, kom eten, kom zuipen, kom gokken!". Plekken die ik wil zien en ervaren omdat dit ook de maatschappij is, plekken waar ik me nieuwsgierig en ongemakkelijk voel, plekken die ik ook zo snel als mogelijk wil verlaten. En eenmaal thuis opgelucht adem halen dan het allemaal goed is gegaan.

De volgende dag op pad naar Commewijne. Altijd een belevenis omdat dan de Surinamerivier overgestoken moet worden. Toen ik 1998 de eerste keer Suriname bezocht was de Jules Wijdenboschbrug over de rivier in aanbouw en was de enige mogelijkheid om aan de overkant te komen en gewaagde oversteek met de officiële veerdienst of minder officiële koreaal. Nu is de oversteek een stuk eenvoudiger, maar is de belevenis er niet minder om. De brug brengt je naar een hoogte van 52 meter en geeft je een fantastisch uitzicht op ofwel het groene landschap van Commewijne, ofwel het dichtbebouwde en uitgestrekte Paramaribo. Zeker in de avonduren geeft dit uitzicht je even het gevoel alsof je met het vliegtuig Zanderij nadert.
Commewijne waar ik op bezoek ging bij een goede kennis, vriendin. Ada komt uit Nederland en heeft zich hier vijf jaar geleden als kunstenaar/kunstadviseur gevestigd. Altijd heerlijk om bij haar in de hangmat onze ervaringen over en in het leven door te nemen. Oppervlakkige praatjes zijn aan ons niet besteed. Gesprekken waar ik van geniet, die me aan het denken zetten en die me vaak nog lang bij blijven. Gesprekken die ons altijd brengen bij onverwachte raakvlakken en interesses. Een bijzondere vrouw en mooi dat ik haar ooit heb leren kennen. Maar niet alleen Ada. Ook haar huisgenoot, Miguel is een bijzonder mens. Ook kunstenaar, die - net als Ada -zijn talenten in een breed spectrum inzet voor de samenleving. Miguel kwam later thuis, samen met zijn nieuwe vriend, Neimad, een Frans-Guyaanse jonge man. Aangezien wij allen nauwelijks Frans spreken en Neimad geen Nederlands, was Engels de taal waar we elkaar in moesten zien te vinden. Voor mij toch iedere keer weer een uitdaging. Bang om fouten te maken en even niet weten hoe ik me moet uitdrukken in de voor mij minder vertrouwde taal. Toen Ada me vroeg of ik wilde blijven eten, was mijn eerste neiging dan ook te antwoorden met neen. Gelukkig was mijn onderbewuste sterker en was ik zelf verbaasd toen ik mezelf hoorde antwoorden: "Ja, altijd gezellig, toch!". En dat werd het: heerlijk genoten van een Frans-Guyaanse maaltijd, lekker (Frans) wijntje erbij en interessante discussies over non-dualiteit, vrije wil en de evolutie van de menselijke ontwikkeling. En dat laatste allemaal in het Engels. Dat voelde als een grote overwinning voor, maar bovenal, op mijzelf.

Op de terugweg heb ik mogen genieten van de donkere wegen van het district Commewijne die op heel veel plekken werd verlicht door de honderden, misschien wel duizenden kaarsen en dia's die de vele hindustaanse bewoners van Commewijne brandden in hun huizen, hun erfen en hun opritten in verband met Divali, of te wel het zogenoemde Lichtjesfeest (hoewel deze naam hier niet of nauwelijks wordt gebruikt). Zeer bijzonder om dit te zien en te ervaren. Ook dit is de samenleving! Wat het vooral typisch Surinaams maakt is de grote mate van respect naar elkaar, naar elkaars cultuur, naar elkaars religie en naar elkaars rituelen en gewoonten. Want tussen de vele Hindoes, wonen vele moslims, christenen, joden, taoïsten en een enkele atheïst. En vaak is het niet alleen respect, maar zelfs meevieren en meegenieten van elkaars rituelen. 

Toen ik uiteindelijk weer thuis was, gebaad en wel zittend op een stoel voor mijn eigen huisje, mijn hoofd leegmakend voor een nieuwe uitdagende dag met een nieuwe groep Economiestudenten, luisterend naar het concert van krekels en kikkers, vleermuizen die soms rakelings langs mijn hoofd vliegen, het Chikungunya virus dat vooralsnog geen grip krijgt op mijn gestel, alle lieve mensen om mij heen, zowel hier als in Nederland, realiseerde ik me dat ik een gezegend mens ben dat ik dit allemaal mag meemaken. Dat ik mag genieten van het hier en nu. Dat het voor mij figuurlijk even geen wintertijd is, dat de spreekwoordelijke herfst niet aan de deur staat de kloppen. En ja, o zo eng om dit te schrijven.....want het zou zo maar over kunnen zijn! In ieder geval niet in het hier (op mijn gekoelde airco kamer) en nu (zaterdag 25 oktober om 15:37).





donderdag 16 oktober 2014

Vluchten moest nu wel!

Hoewel de titel van dit blog doet vermoeden dat het een vervolg is op mijn voorlaatste blog, is dit blog eigenlijk een up-date van mijn laatste blog: hoe een onzichtbare vijand een land in een wurggreep kan houden! Gisteren had ik besloten om eerst lekker een paar uurtjes thuis te werken. Want niet alleen in Nederland ben ik een grote voorstander van Het Nieuwe Werken (HNW). Mijn huidige werk leent zich er uitstekend voor het creatieve denkwerk in een voor mij inspirerende omgeving te laten ontstaan. Een schaduwrijke plek onder de manja- of amandelboom, een verkoelende bries die mijn hoofd fris houdt en een groot glas verse dawet met een grote hoeveelheid ijsklontjes is toch een stuk aantrekkelijker dan een gesloten kale kamer met een tafel, twee stoelen en een zak met gordijnen die ooit zullen worden opgehangen, een razende airco en een plastic beker oploskoffie van juffrouw Rada. Dan vergeet ik overigens nog de gordijnrails die er sinds vanochtend is neergelegd door een medewerker van de technische dienst. Helaas had hij geen bon om de rails ook op te hangen, dus ik zal het nog even moeten doen met de zak gordijnen en nu dus ook de rails die op de grond ligt.

Ik verheugde me gisteren dus op een paar uurtjes creatieve inspiratie onder de amandelboom. Alles leek die richting op te wijzen: De zon scheen aan een licht bewolkte hemel, de wind waaide lichtjes vanuit de goede oceaanhoek, de echte koffie met verse melk stond al klaar en de schaduw onder de boom was optimaal. Tot het moment dat er opeens een auto van het ministerie van Volgsgezondheid voor de poort van het internaat stond. Want voor wie het niet weet: mijn Guesthouse bevindt zich op het terrein van het meisjesinternaat Soendersingh aan de Henck Aaronstraat. Mijn naamgenoot, maar dan wel blijkbaar van sjieke ouders. De Henck Aaronstraat die overigens in de volksmond nog steeds de Gravenstraat wordt genoemd. Maar langzaam worden de herinneringen aan het verleden gewist door een eigen cultuur en identiteit. Dat dit blijkbaar niet altijd even gewenst is, blijkt uit de hardnekkigheid van de oude naam die overal en nergens nog oppopt.

Uit de auto stapten drie forse heren, die ons vertelden dat zij opdracht hadden om het terrein van het meisjesinternaat te ontdoen van alle mogelijke besmette (en niet besmette) muskieten. Alle scholen en overheidsgebouwen waren op de nationale preventiedag al bespoten, maar blijkbaar had iemand bedacht dat alle internaten in de stad ook een spuitbeurt moesten krijgen. Op zich geen onaardige gedachte, maar het voelt wel steeds meer dat men de put aan het dempen is, nu het kalf inmiddels verdronken is. Ook op het internaat hebben we inmiddels al een paar gevallen van Chikungunya, inclusief mijn schoonmoeder die samen met Martin, haar man, het internaat runt. Verder was opvallend dat het spuitwerk niet was aangekondigd en op geen enkele wijze was gecommuniceerd met mijn schoonouders, de leiding van het internaat dus. De mannen die uit auto waren gestapt konden we niets kwalijk nemen: zij hadden immers een bon waarop stond wat ze die dag moesten doen: "Grondig spuiten van het meisjesinternaat aan de Gravenstraat 89". De opdrachtgever was blijkbaar ook nog van de oude stempel. Al met al een knullige communicatie waardoor het effect beperkt zal zijn. Als de meisjes hun deuren open hadden laten staan was het uitroken van de muggen vele malen effectiever geweest. Helaas zaten nu alle deuren op slot. Ik mag hopen dat één van mijn studenten over een tijdje de scepter zwaait bij het Ministerie. Het zal de communicatie zeker ten goede komen!

Enfin, we waren al lang blij dat het ministerie het internaat een hoop werk en een smak geld bespaarde door het spuiten uit te voeren en te bekostigen. We openden dus maar snel de deuren van het internaat, zodat de heren hun opgedragen arbeid konden uitvoeren. Dat ze geen half werk leverden en een heftig poogden niet alleen de muskieten te verdelgen, maar tevens ook alle andere Soendersingh bewoners, merkten we al snel. De bijgevoegde foto's heb ik dan ook met gevaar voor eigen leven genomen. Daarna was er nog maar één uitweg: zo snel mogelijk naar mijn inspiratieloze kamer op de Campus. Maar mijn vlucht naar de oploskoffie van juffrouw Rada leverde me in ieder geval weer wat inspiratie op voor dit blog. En zo hep ieder nadeel zun voordeel!






dinsdag 14 oktober 2014

Onzichtbare vijand!

Steeds meer zie ik mensen om me heen die lopen alsof ze net de marathon ongetraind hebben uitgelopen. Ook gedragen steeds meer mensen zich alsof ze plotseling 20 jaar ouder zijn geworden. Zelfs het gedrag van vele jonge mensen doet me geloven dat de rollator niet alleen een nuttig instrument is voor hoogbejaarden. Ze strompelen vooruit en kermen en klagen alsof ze net van een grote veldslag zijn teruggekeerd. En feitelijk is dat ook waar: geen ouderwetse veldslag waar de ridders van de ene koning vechten tegen de ridders van de andere koning, omdat beide strijden om hetzelfde stuk grond en/of land. Iets wat overigens geen specifieke activiteit is van ridders uit een ver verleden. Zelden meegemaakt dat er zo veel potentiele brandhaarden waren die de wereldvrede serieus bedreigen. Het collectieve leervermogen is helaas nog vaak ver te zoeken. Ook opvallend dat bij dit soort zaken veel vaker mannen bij betrokken zijn dan vrouwen. Dit zegt wellicht iets over het feminiene leiderschap dat de wereld meer dan brood nodig heeft. In mijn SLB-traject komt dit aspect zeker ook aan de orde. Maar daarover wellicht een andere keer meer.


Geen ouderwetse veldslag dus, maar wel één die de betreffende persoon veel energie kost. Of eigenlijk moet ik schrijven, de patiënt veel energie kost. Suriname wordt op dit moment getroffen door een ware uitbraak van ChikungunyaHet heeft even geduurd voordat ik deze voor westerlingen ingewikkelde naam kon uitspreken en zelfs nog iets langer voordat ik deze naam ook zelf kon reproduceren en schrijven. Om het voor de lezer iets makkelijker te maken, zou ik deze ziekte ook fonetisch kunnen schrijven. Dat zou dan iets worden als: Tjiekonkoenia. Als ik het zo lees roept de naam bij mij meer de associatie op met de afhaalchinees dan met een zeer vervelende ziekte die een land onzichtbaar in de greep heeft. Chikungunya dus. Volgens Wikipedia is de benaming Chikungunya afkomstig van het makonde-woord voor "wat krombuigt", daarmee verwijzend naar de artritis-symptomen. Dat laatste doet de mensen krom en gebogen lopen en geeft heftige gewrichtspijnen. Patiënten kunnen elkaar niet direct besmetten, maar daar is een zogenoemde vector voor nodig, in dit geval de Aedes aegypti-mug, of te wel de Denguemug. En helaas is deze muggenpopulatie, of zoals we het hier noemen muskietenpopulatie, vele malen groter dan het aantal inwoners van Suriname. Een ongelijke strijd dus die vaak ongemerkt plaats vindt. De muskiet schuilt op allerlei plekjes waar je hem niet verwacht en ziet, is gek op een maaltje mensenbloed en is meester in het ongemerkt landen op de blootliggende mensenhuidOp het moment dat de activiteit van de muskiet door de mens wordt geconstateerd, is het leed veelal geschied. Het eventueel besmette speeksel van de muskiet kan zijn destructieve werk doen. En zo kan de muskiet ongemerkt en het virus onzichtbaar een land volledig in de greep houden. Daarbij is de angst voor het virus wellicht besmettelijker dan het virus zelf en de angst voor de muskiet groter dan de feitelijke populatie besmette muskieten: Het onderwerp wordt overal en nergens besproken en slokt op deze wijze een groot deel van de effectieve tijd op, ieder pijntje of mogelijk symptoom wordt door vele mensen in verband gebracht met een mogelijke besmetting van Chikungunya en is dus een argument voor een ziekmelding, er worden nationale dagen van preventie georganiseerd waarbij alle overheidsorganen gesloten blijven en vervolgens leidt dit weer tot een nationale discussie over het al dan niet serveren van een potje preventieve mosterd na een reeds besmette maaltijd. Ook is de discussie inmiddels opgelaaid of Suriname in staat zal zijn om een eventuele uitbraak van Ebola te lijf te gaan. Wel ja: nog een angstgegnerer er bij!


En zo heeft de angst en de onzichtbare vijand een verlammende greep gekregen op dit land. Ik zal niet zeggen dat het me helemaal onberoerd laat en ik immuun ben voor deze angstverhalen, die hier en daar worden bevestigd door lege collegebanken en zichtbaar kreupel lopende mensen. Toch weiger ik me te laten leiden door angst en daarbij passende verhalen. De werkelijkheid is dat alles begint met eigen verantwoordelijkheid en in dit geval met preventie en zorgvuldigheid. Dat betekent dat ik met een grote regelmaat mijn appartement schoonmaak. Een regelmaat die Sharida straks waarschijnlijk zal doen uitroepen dat ook in de Streefkerkstraat gevaarlijke muskieten zijn gesignaleerd. Ook het frequent flitten, of te wel ontsmetten van mijn appartement hoort daar bij. En misschien wel het allerbelangrijkst: er niet als een overenthousiaste toerist bij gaan lopen. Al verleidt de temperatuur me regelmatig tot het afwerpen van zo veel mogelijk kledingstukken – een gevoelstemperatuur van 38 graden is best wel warm - het is en blijft verstandig om het lichaam zo veel als mogelijk te bedekken: lange mouwen, een broek met tenminste pijpen tot de knieën en – al staat het niet elegant – sokken in de schoen maar ook de slipper. En natuurlijk heb ik daarmee niet de garantie dat ik binnenkort ook niet verlang naar een rollator of de hulptroepen in Nederland zal moeten inzetten voor een paar doosjes paracetamol omdat deze hier volledig zijn uitverkocht. Maar een gewaarschuwd mens telt immers wel voor twee: ik loop liever wat moeilijk nadat ik mijn grens tijdens één van mijn tropenruns ben overschreden. Dat is namelijk meestal na een goede nacht slapen weer over!


Voor meer informatie over Chikungunya:

http://groenroodwit.nl/chikungunya-suriname/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chikungunya-virus