zaterdag 25 oktober 2014

Geen wintertijd voor mij!

Dit weekeinde gaat, als ik het goed heb begrepen, de wintertijd in in Nederland. Hier doen we niet aan de winter en de huidige gevoelstemperaturen tussen de 38 en 41 graden doen me vooral denken aan een Nederland met zon, zee, strand en luchtig geklede mensen die klagen over de hitte en roepen dat het hier ook altijd hollen of stilstaan is met het weer. Hier doen we dus niet aan de winter en we doen dus ook niet mee met de wintertijd. Het wordt hier donker tussen half 7 en 7 uur en in de ochtend wordt het tussen 6 en half 7 weer licht. Dat hele systeem schuift gedurende het hele jaar misschien een half uurtje op, maar dat is het dan ook wel. Geen lengende dagen of zoals in dit jaargetij, steeds kortere dagen. Dus ook geen uurtje langer slapen vannacht. En zo gaat het hier, 365 dagen per jaar: alle dagen ongeveer 12 uur licht en 12 uur donker, temperaturen die variëren tussen de 28 en 35 graden. Al met al weinig variatie. De enige variatie is de hoeveelheid regen: we hebben een lange en korte droge tijd en we hebben een lange en korte regentijd. Maar ook hier is het klimaat behoorlijk in de war en regent het soms flink in de droge tijd en blijft de regen uit in de regentijd. De verschillen die er dus waren, worden door de klimaatverstoringen behoorlijk genivelleerd. En als ik eerlijk ben, is dit wel iets dat me doet verlangen naar Nederland. Ik heb Sharida al gevraagd om wat foto's te maken van de bomen en onze wijnstronk, die langzaam in hun winterstand komen. Als ik mijn ogen sluit, zie, ruik en ervaar ik even of ik in Nederland ben. De geur en kleur van de herfst, van mooie rode en gele bladeren, vochtige bodems met een tapijt van bladeren en een diversiteit van paddestoelen die overal de grond uitschieten, een flinke zuidwester die de bomen een handje helpt om afscheid te nemen van de laatste paar bladeren die hardnekkig proberen het onvermijdelijke proces van loslaten trachten te voorkomen, de ochtendauw of mist die alle scherpe geluiden doet verstommen waardoor en bijna een serene stilte ontstaat, de loslatende spinnenwebben die je opeens in je gezicht voelt. Ik word er bijna weemoedig van. Tegelijkertijd geniet ik van hetgeen ik hier en nu heb en ervaar. Een andere werkelijkheid, als die al bestaat, is er immers niet. 

Die werkelijkheid heeft me deze week bijzondere en mooie momenten opgeleverd. Omdat mijn schoonouders en de totale personele staf van het internaat, inclusief de kok, geveld zijn door het Chikungunya virus, kon ik deze week niet genieten van de luxe van een heerlijke, gezonde en klaarstaande maaltijd als ik terugkwam van mijn werk. Helaas kon ik ook niet zoveel betekenen voor de ziekenboeg. Mijn aanwezigheid was meer een last dan een lust. Ik heb dan ook van de nood een deugd gemaakt en ben dan ook een paar dagen op stap geweest. Wat eten bij het Vat. De place to be voor bakra's zoals ik. De meerderheid is Nederlander, dus voor je het weet kan je gezamenlijk wat klagen over de ongemakken die je hier tegenkomt in het dagelijks leven. Zeker, als je net als ik, bekenden uit Nederland tegenkomt. Maar nadat we met elkaar de tweede Djogo meester hadden gemaakt, was ik de zelfverheerlijking zat en was het tijd voor mij om deze fysieke chatroom te verlaten. Alleen verder op pad om me bezig te houden met iets wat me altijd intrigeert: het ervaren van de randen van de samenleving. Ook in Suriname zijn er plekjes waar je eigenlijk niet wilt komen of gezien wilt worden. Plekken waar het geld niet eerlijk of op een voor de meeste mensen niet gebruikelijke wijze wordt verdiend of juist wordt verloren. Plekken waar er onvriendelijke en ongure mannen rondlopen en opvallend veel schaars geklede dames die opeens doen alsof ze je al jaren kennen. Plekken waar er meer wordt gerookt dan alleen zuivere tabak. Of zoals Het Klein Orkest het ooit zo mooi verwoorde: "Plekken die lokken, kom dansen, kom eten, kom zuipen, kom gokken!". Plekken die ik wil zien en ervaren omdat dit ook de maatschappij is, plekken waar ik me nieuwsgierig en ongemakkelijk voel, plekken die ik ook zo snel als mogelijk wil verlaten. En eenmaal thuis opgelucht adem halen dan het allemaal goed is gegaan.

De volgende dag op pad naar Commewijne. Altijd een belevenis omdat dan de Surinamerivier overgestoken moet worden. Toen ik 1998 de eerste keer Suriname bezocht was de Jules Wijdenboschbrug over de rivier in aanbouw en was de enige mogelijkheid om aan de overkant te komen en gewaagde oversteek met de officiële veerdienst of minder officiële koreaal. Nu is de oversteek een stuk eenvoudiger, maar is de belevenis er niet minder om. De brug brengt je naar een hoogte van 52 meter en geeft je een fantastisch uitzicht op ofwel het groene landschap van Commewijne, ofwel het dichtbebouwde en uitgestrekte Paramaribo. Zeker in de avonduren geeft dit uitzicht je even het gevoel alsof je met het vliegtuig Zanderij nadert.
Commewijne waar ik op bezoek ging bij een goede kennis, vriendin. Ada komt uit Nederland en heeft zich hier vijf jaar geleden als kunstenaar/kunstadviseur gevestigd. Altijd heerlijk om bij haar in de hangmat onze ervaringen over en in het leven door te nemen. Oppervlakkige praatjes zijn aan ons niet besteed. Gesprekken waar ik van geniet, die me aan het denken zetten en die me vaak nog lang bij blijven. Gesprekken die ons altijd brengen bij onverwachte raakvlakken en interesses. Een bijzondere vrouw en mooi dat ik haar ooit heb leren kennen. Maar niet alleen Ada. Ook haar huisgenoot, Miguel is een bijzonder mens. Ook kunstenaar, die - net als Ada -zijn talenten in een breed spectrum inzet voor de samenleving. Miguel kwam later thuis, samen met zijn nieuwe vriend, Neimad, een Frans-Guyaanse jonge man. Aangezien wij allen nauwelijks Frans spreken en Neimad geen Nederlands, was Engels de taal waar we elkaar in moesten zien te vinden. Voor mij toch iedere keer weer een uitdaging. Bang om fouten te maken en even niet weten hoe ik me moet uitdrukken in de voor mij minder vertrouwde taal. Toen Ada me vroeg of ik wilde blijven eten, was mijn eerste neiging dan ook te antwoorden met neen. Gelukkig was mijn onderbewuste sterker en was ik zelf verbaasd toen ik mezelf hoorde antwoorden: "Ja, altijd gezellig, toch!". En dat werd het: heerlijk genoten van een Frans-Guyaanse maaltijd, lekker (Frans) wijntje erbij en interessante discussies over non-dualiteit, vrije wil en de evolutie van de menselijke ontwikkeling. En dat laatste allemaal in het Engels. Dat voelde als een grote overwinning voor, maar bovenal, op mijzelf.

Op de terugweg heb ik mogen genieten van de donkere wegen van het district Commewijne die op heel veel plekken werd verlicht door de honderden, misschien wel duizenden kaarsen en dia's die de vele hindustaanse bewoners van Commewijne brandden in hun huizen, hun erfen en hun opritten in verband met Divali, of te wel het zogenoemde Lichtjesfeest (hoewel deze naam hier niet of nauwelijks wordt gebruikt). Zeer bijzonder om dit te zien en te ervaren. Ook dit is de samenleving! Wat het vooral typisch Surinaams maakt is de grote mate van respect naar elkaar, naar elkaars cultuur, naar elkaars religie en naar elkaars rituelen en gewoonten. Want tussen de vele Hindoes, wonen vele moslims, christenen, joden, taoïsten en een enkele atheïst. En vaak is het niet alleen respect, maar zelfs meevieren en meegenieten van elkaars rituelen. 

Toen ik uiteindelijk weer thuis was, gebaad en wel zittend op een stoel voor mijn eigen huisje, mijn hoofd leegmakend voor een nieuwe uitdagende dag met een nieuwe groep Economiestudenten, luisterend naar het concert van krekels en kikkers, vleermuizen die soms rakelings langs mijn hoofd vliegen, het Chikungunya virus dat vooralsnog geen grip krijgt op mijn gestel, alle lieve mensen om mij heen, zowel hier als in Nederland, realiseerde ik me dat ik een gezegend mens ben dat ik dit allemaal mag meemaken. Dat ik mag genieten van het hier en nu. Dat het voor mij figuurlijk even geen wintertijd is, dat de spreekwoordelijke herfst niet aan de deur staat de kloppen. En ja, o zo eng om dit te schrijven.....want het zou zo maar over kunnen zijn! In ieder geval niet in het hier (op mijn gekoelde airco kamer) en nu (zaterdag 25 oktober om 15:37).





donderdag 16 oktober 2014

Vluchten moest nu wel!

Hoewel de titel van dit blog doet vermoeden dat het een vervolg is op mijn voorlaatste blog, is dit blog eigenlijk een up-date van mijn laatste blog: hoe een onzichtbare vijand een land in een wurggreep kan houden! Gisteren had ik besloten om eerst lekker een paar uurtjes thuis te werken. Want niet alleen in Nederland ben ik een grote voorstander van Het Nieuwe Werken (HNW). Mijn huidige werk leent zich er uitstekend voor het creatieve denkwerk in een voor mij inspirerende omgeving te laten ontstaan. Een schaduwrijke plek onder de manja- of amandelboom, een verkoelende bries die mijn hoofd fris houdt en een groot glas verse dawet met een grote hoeveelheid ijsklontjes is toch een stuk aantrekkelijker dan een gesloten kale kamer met een tafel, twee stoelen en een zak met gordijnen die ooit zullen worden opgehangen, een razende airco en een plastic beker oploskoffie van juffrouw Rada. Dan vergeet ik overigens nog de gordijnrails die er sinds vanochtend is neergelegd door een medewerker van de technische dienst. Helaas had hij geen bon om de rails ook op te hangen, dus ik zal het nog even moeten doen met de zak gordijnen en nu dus ook de rails die op de grond ligt.

Ik verheugde me gisteren dus op een paar uurtjes creatieve inspiratie onder de amandelboom. Alles leek die richting op te wijzen: De zon scheen aan een licht bewolkte hemel, de wind waaide lichtjes vanuit de goede oceaanhoek, de echte koffie met verse melk stond al klaar en de schaduw onder de boom was optimaal. Tot het moment dat er opeens een auto van het ministerie van Volgsgezondheid voor de poort van het internaat stond. Want voor wie het niet weet: mijn Guesthouse bevindt zich op het terrein van het meisjesinternaat Soendersingh aan de Henck Aaronstraat. Mijn naamgenoot, maar dan wel blijkbaar van sjieke ouders. De Henck Aaronstraat die overigens in de volksmond nog steeds de Gravenstraat wordt genoemd. Maar langzaam worden de herinneringen aan het verleden gewist door een eigen cultuur en identiteit. Dat dit blijkbaar niet altijd even gewenst is, blijkt uit de hardnekkigheid van de oude naam die overal en nergens nog oppopt.

Uit de auto stapten drie forse heren, die ons vertelden dat zij opdracht hadden om het terrein van het meisjesinternaat te ontdoen van alle mogelijke besmette (en niet besmette) muskieten. Alle scholen en overheidsgebouwen waren op de nationale preventiedag al bespoten, maar blijkbaar had iemand bedacht dat alle internaten in de stad ook een spuitbeurt moesten krijgen. Op zich geen onaardige gedachte, maar het voelt wel steeds meer dat men de put aan het dempen is, nu het kalf inmiddels verdronken is. Ook op het internaat hebben we inmiddels al een paar gevallen van Chikungunya, inclusief mijn schoonmoeder die samen met Martin, haar man, het internaat runt. Verder was opvallend dat het spuitwerk niet was aangekondigd en op geen enkele wijze was gecommuniceerd met mijn schoonouders, de leiding van het internaat dus. De mannen die uit auto waren gestapt konden we niets kwalijk nemen: zij hadden immers een bon waarop stond wat ze die dag moesten doen: "Grondig spuiten van het meisjesinternaat aan de Gravenstraat 89". De opdrachtgever was blijkbaar ook nog van de oude stempel. Al met al een knullige communicatie waardoor het effect beperkt zal zijn. Als de meisjes hun deuren open hadden laten staan was het uitroken van de muggen vele malen effectiever geweest. Helaas zaten nu alle deuren op slot. Ik mag hopen dat één van mijn studenten over een tijdje de scepter zwaait bij het Ministerie. Het zal de communicatie zeker ten goede komen!

Enfin, we waren al lang blij dat het ministerie het internaat een hoop werk en een smak geld bespaarde door het spuiten uit te voeren en te bekostigen. We openden dus maar snel de deuren van het internaat, zodat de heren hun opgedragen arbeid konden uitvoeren. Dat ze geen half werk leverden en een heftig poogden niet alleen de muskieten te verdelgen, maar tevens ook alle andere Soendersingh bewoners, merkten we al snel. De bijgevoegde foto's heb ik dan ook met gevaar voor eigen leven genomen. Daarna was er nog maar één uitweg: zo snel mogelijk naar mijn inspiratieloze kamer op de Campus. Maar mijn vlucht naar de oploskoffie van juffrouw Rada leverde me in ieder geval weer wat inspiratie op voor dit blog. En zo hep ieder nadeel zun voordeel!






dinsdag 14 oktober 2014

Onzichtbare vijand!

Steeds meer zie ik mensen om me heen die lopen alsof ze net de marathon ongetraind hebben uitgelopen. Ook gedragen steeds meer mensen zich alsof ze plotseling 20 jaar ouder zijn geworden. Zelfs het gedrag van vele jonge mensen doet me geloven dat de rollator niet alleen een nuttig instrument is voor hoogbejaarden. Ze strompelen vooruit en kermen en klagen alsof ze net van een grote veldslag zijn teruggekeerd. En feitelijk is dat ook waar: geen ouderwetse veldslag waar de ridders van de ene koning vechten tegen de ridders van de andere koning, omdat beide strijden om hetzelfde stuk grond en/of land. Iets wat overigens geen specifieke activiteit is van ridders uit een ver verleden. Zelden meegemaakt dat er zo veel potentiele brandhaarden waren die de wereldvrede serieus bedreigen. Het collectieve leervermogen is helaas nog vaak ver te zoeken. Ook opvallend dat bij dit soort zaken veel vaker mannen bij betrokken zijn dan vrouwen. Dit zegt wellicht iets over het feminiene leiderschap dat de wereld meer dan brood nodig heeft. In mijn SLB-traject komt dit aspect zeker ook aan de orde. Maar daarover wellicht een andere keer meer.


Geen ouderwetse veldslag dus, maar wel één die de betreffende persoon veel energie kost. Of eigenlijk moet ik schrijven, de patiënt veel energie kost. Suriname wordt op dit moment getroffen door een ware uitbraak van ChikungunyaHet heeft even geduurd voordat ik deze voor westerlingen ingewikkelde naam kon uitspreken en zelfs nog iets langer voordat ik deze naam ook zelf kon reproduceren en schrijven. Om het voor de lezer iets makkelijker te maken, zou ik deze ziekte ook fonetisch kunnen schrijven. Dat zou dan iets worden als: Tjiekonkoenia. Als ik het zo lees roept de naam bij mij meer de associatie op met de afhaalchinees dan met een zeer vervelende ziekte die een land onzichtbaar in de greep heeft. Chikungunya dus. Volgens Wikipedia is de benaming Chikungunya afkomstig van het makonde-woord voor "wat krombuigt", daarmee verwijzend naar de artritis-symptomen. Dat laatste doet de mensen krom en gebogen lopen en geeft heftige gewrichtspijnen. Patiënten kunnen elkaar niet direct besmetten, maar daar is een zogenoemde vector voor nodig, in dit geval de Aedes aegypti-mug, of te wel de Denguemug. En helaas is deze muggenpopulatie, of zoals we het hier noemen muskietenpopulatie, vele malen groter dan het aantal inwoners van Suriname. Een ongelijke strijd dus die vaak ongemerkt plaats vindt. De muskiet schuilt op allerlei plekjes waar je hem niet verwacht en ziet, is gek op een maaltje mensenbloed en is meester in het ongemerkt landen op de blootliggende mensenhuidOp het moment dat de activiteit van de muskiet door de mens wordt geconstateerd, is het leed veelal geschied. Het eventueel besmette speeksel van de muskiet kan zijn destructieve werk doen. En zo kan de muskiet ongemerkt en het virus onzichtbaar een land volledig in de greep houden. Daarbij is de angst voor het virus wellicht besmettelijker dan het virus zelf en de angst voor de muskiet groter dan de feitelijke populatie besmette muskieten: Het onderwerp wordt overal en nergens besproken en slokt op deze wijze een groot deel van de effectieve tijd op, ieder pijntje of mogelijk symptoom wordt door vele mensen in verband gebracht met een mogelijke besmetting van Chikungunya en is dus een argument voor een ziekmelding, er worden nationale dagen van preventie georganiseerd waarbij alle overheidsorganen gesloten blijven en vervolgens leidt dit weer tot een nationale discussie over het al dan niet serveren van een potje preventieve mosterd na een reeds besmette maaltijd. Ook is de discussie inmiddels opgelaaid of Suriname in staat zal zijn om een eventuele uitbraak van Ebola te lijf te gaan. Wel ja: nog een angstgegnerer er bij!


En zo heeft de angst en de onzichtbare vijand een verlammende greep gekregen op dit land. Ik zal niet zeggen dat het me helemaal onberoerd laat en ik immuun ben voor deze angstverhalen, die hier en daar worden bevestigd door lege collegebanken en zichtbaar kreupel lopende mensen. Toch weiger ik me te laten leiden door angst en daarbij passende verhalen. De werkelijkheid is dat alles begint met eigen verantwoordelijkheid en in dit geval met preventie en zorgvuldigheid. Dat betekent dat ik met een grote regelmaat mijn appartement schoonmaak. Een regelmaat die Sharida straks waarschijnlijk zal doen uitroepen dat ook in de Streefkerkstraat gevaarlijke muskieten zijn gesignaleerd. Ook het frequent flitten, of te wel ontsmetten van mijn appartement hoort daar bij. En misschien wel het allerbelangrijkst: er niet als een overenthousiaste toerist bij gaan lopen. Al verleidt de temperatuur me regelmatig tot het afwerpen van zo veel mogelijk kledingstukken – een gevoelstemperatuur van 38 graden is best wel warm - het is en blijft verstandig om het lichaam zo veel als mogelijk te bedekken: lange mouwen, een broek met tenminste pijpen tot de knieën en – al staat het niet elegant – sokken in de schoen maar ook de slipper. En natuurlijk heb ik daarmee niet de garantie dat ik binnenkort ook niet verlang naar een rollator of de hulptroepen in Nederland zal moeten inzetten voor een paar doosjes paracetamol omdat deze hier volledig zijn uitverkocht. Maar een gewaarschuwd mens telt immers wel voor twee: ik loop liever wat moeilijk nadat ik mijn grens tijdens één van mijn tropenruns ben overschreden. Dat is namelijk meestal na een goede nacht slapen weer over!


Voor meer informatie over Chikungunya:

http://groenroodwit.nl/chikungunya-suriname/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chikungunya-virus

 


dinsdag 7 oktober 2014

Vluchten kan niet meer!

De kogel is door de kerk, of beter gezegd: De kop is er af! Nu klinkt dat wat vreemd en verontrustend als mijn appartement zich bevindt op het terrein van de Evangelische Broedergemeenschap, waar ook de kerk met de exotische naam Soesamatjaar onderdeel van uit maakt. Ik kan de lezers van mijn blog gelukkig geruststellen: hoewel de kranten en vele inwoners van Suriname willen doen geloven dat Suriname is verwoorden tot één groot rovershol, voel ik me hier veilig en zijn het niet de wild west geluiden die me 's ochtends wakker maken. Nee, daar hebben een overzichtelijk aantal schreeuwende papegaaien het patent op. Iedere ochtend maken ze er een gezellig onderonsje van. Blijkbaar hebben ze geen angst dat hun privacy wordt geschonden, want ze babbelen er rustig op los, zodat de hele straat kan meegenieten.

Nee, de figuurlijke kop is er dus af! Het is even wennen, maar sinds maandag ben ik officieel hoogleraar. Volgens de definitie van Wikipedia is een hoogleraar een docent en veelal onderzoeker aan een universiteit. Hoogleraren zijn bij uitstek verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het hun toegewezen wetenschapsgebied en voor de inhoud van het te geven onderwijs op dat gebied. Een hoogleraar behoort tot het personeel van de universiteit. Aldus de digitale encyclopedie op het net! Afgelopen maandag had ik mijn vuurdoop. En ondanks dat dit wederom een term is met een militaire en gewelddadige achtergrond, kan ik ook hier de lezer van dit blog - wederom - geruststellen: tijdens het eerste college spatte hooguit het figuurlijke vuur er van af en was de hitte onder controle door een airco met gebruiksaanwijzing. Kortom: ik kan terugkijken op een geslaagd debuut als hoogleraar en dat is toch niet iets waar ik aan het begin van mijn carrière van had gedroomd. En de nacht daarvoor al helemaal niet. Voor een aantrekkelijke droom moet je toch enigszins rustig slapen, of wellicht REMslapen. Als dat rustige ontbreekt dan wordt het vaak wakker worden en/of dromen die onder de categorie nachtmerrie kunnen worden geplaatst. Bij mij was het het eerste en het laatste. Weinig en onrustig slapen en spookbeelden dat ik al mijn presentatiemateriaal thuis had laten liggen. Maar ja, of je nu lekker slaapt of slecht of helemaal niet, uiteindelijk beginnen de papegaaien toch met hun ochtendritueel. Dus toen ik op maandagochtend het geschreeuw van de ara's hoorde, wist ik dat het uur u naderde. Stiekem hoopte ik nog even dat we alles moesten afblazen om één of andere technische reden, zoals een kapotte airco of een haperende beamer. Het is en blijft Suriname, toch? Maar toen ik om klokslag 8 uur de collegezaal ging inspecteren, zag en voelde ik dat de techniek mij vandaag niet in de steek zou laten. Het beeld was helder, het geluid zuiver (weliswaar met de Franse of te wel de Surinaamse slag aangelegd) en de airco wist de temperatuur terug te brengen naar een voor mij aangenaam niveau van 22 graden. Een temperatuur die sommige studenten deed klagen over het feit dat ze het erg koud hadden. Het kan verkeren en alles in het leven is relatief. Dus de airco toch maar een paar graden hoger gezet. Of juist lager. Het is maar net van welke kant je het bekijkt. In ieder geval had niemand meer iets te klagen bij een temperatuur van 25 graden.

De techniek liet me dus niet in de steek en hoewel er Freedom of Choice is (één van de onderwerpen van dit eerste college: hebben wij eigenlijk wel een vrije wil?), was de mogelijkheid om te vluchten voor mij geen reeële optie. Geen roemloze dood, dan maar sterven in het harnas! Dus alle moed bij elkaar geraapt en geschraapt, de arena ingestapt en voor de troepen gaan staan. En om een lang college kort te maken: een volle bak omdat ook veel tweedejaarstudenten het college persoonlijke vaardigheden wilde volgen, veel studenten die qua moed en communicatieve vaardigheden nog een hele weg hebben te gaan (maar daar doen we het met ons team ook voor), aansprekende ondersteunende filmpjes en oefeningen, een te vol programma en vermoeide en enthousiaste studenten. Kortom: zowel de studenten als de docent zijn een stuk wijzer geworden en hebben beide een eerste slag geslagen. Met veel plezier kijk ik terug op mijn eerste optreden als hoogleraar en voel dat het vak SLB iets moois zal gaan toevoegen aan de ontwikkeling van een nieuwe generatie (persoonlijke) leiders. Om dit eerste succes te vieren heb ik een heerlijke Djogo gekocht, die ik nu soldaat ga maken.....wie weet mis ik hierdoor morgenochtend de ochtendvergadering van mijn vliegende vrienden en kan ik een keer verdoofd door de alcohol een rustige en vooral lange nacht maken!