dinsdag 18 november 2014

Dag Sinterklaasje?

Als ik het goed begrijp ben ik tegenwoordig een zielige linkse kanker landverrader, die snel een touw met een zware steen er aan om zijn nek moet krijgen geknoopt. Waarna ik vervolgens voor de haaien geworpen moet worden. Ja want op tyfen naar mijn eigen bananenrepubliek gaat voor mij namelijk niet op. Dus dan maar de dood zonder de gladiolen. 

Het klinkt wellicht allemaal wat overdreven en wat schokkend. Maar dit is toch echt de taal die ik in de afgelopen weken steeds met grotere verbazing langs zag komen op Facebook bij zogenaamde vrienden. Facebookvrienden die ik volg omdat ik graag lees wat er ook speelt in de maatschappij en hoe daar onder vrienden over wordt gedacht en gesproken. En dat is pas echt schokkend. En ja, dan heb ik het over het Zwarte Pieten debat. Hoewel dat laatste te veel eer geeft aan dit gedoe. Aan beide uiterste kanten is de nuance volstrekt verdampt. En als je als witte Nederlander ook maar enigszins de nuance tracht in te brengen of nog erger in de ogen van de loopgravenverdedigers van onze tradities landverraad pleegt als je aangeeft dat je open staat voor de gevoelens en gedachten van zwarte Nederlanders, dan blijven de verwensingen en bedreigingen nooit lang uit. Ik moet niet alleen vrezen voor mijn leven, want als de dood me bespaard blijft, ik geen tyfus, kanker of syfilis lijdensweg zal moeten ondergaan, dan zal ik er toch wel degelijk rekening mee moeten houden dat ik binnenkort word overheerst door die vieze zwarte apen of nog erger: ik zal altijd halal vlees moeten eten en ik zal me moeten realiseren dat ik op deze wijze de sharia over me heen roep. Dit alles maakt me natuurlijk niet bang, maar wel erg verdrietig. Wat een boosheid, wat een angst, wat een onbegrip, wat een onnozelheid! Echt begrip, echte tolerantie, echte liefde is blijkbaar nog ver weg.

Vandaag zag ik een mooi artikel op Facebook over onze niet altijd zo mooie en zuivere historie (zie de bijgevoegde link: http://www.volkskrant.nl/opinie/natuurlijk-kwetst-zwarte-piet-surinamers~a3771202/ ). Deze keer geplaatst door een neef van mij. Het artikel had ik al eerder gelezen. Voor mij was het een versterking van mijn veranderende ideeën over de figuur van Zwarte Piet. Zijn geschreven tekst bij het artikel raakte mij. Hij gaf namelijk aan dat dit artikel, samen met de meest recente reacties over een foto van een deel van het Nederlandse elftal, bij hem een omslag in het denken te weeg had gebracht. Ik herkende mijn eigen proces hierin. Ik antwoordde hem dan ook als volgt:

------------------------------------------
Mooi dat er ook bij jou een omslagpunt is. Die heb ik zelf ook meegemaakt. Een eventuele andere kijk kan pas ontstaan als we ons open blijven stellen voor mogelijke andere inzichten en andere meningen. En ons niet verschansen in onze loopgraven van onze tradities. Waarbij onze overigens staat voor witte tradities. Er zijn wel meer witte tradities die we gelukkig al ver achter ons hebben gelaten. 

Nu ik hier in Suriname woon en werk, voel ik de emoties en onze geschiedenis nog intenser dan ik ze ooit heb gevoeld bij mijn (Surinaamse) vrienden en familie in Nederland. Vooral hier realiseer ik me dat we niet heel veel generaties terug hoeven te gaan naar het tijdperk van uitbuiting en slavernij. En dat hoorde ook bij onze cultuur en onze tradities.
Het meest schokerende voor mijzelf was toen ik een promotie van één van mijn collegae bijwoonde (begin dit jaar) en de promotiecommissie, getooid in de feestelijke en traditionele kleding die daarbij hoort, binnen kwam en mijn eerste gedachte was: "Het lijken wel Zwarte Pieten!" Ook ik had dus die gedachte! Ook ik ben dus sterk beïnvloed - zonder dat ik dat besefte - door onze tradities en vooral gedachtenspinsels! Die zitten dus allemaal heel diep. Het werd tijd om anders te gaan denken.....

Ik pleit zeker niet voor afschaffing van het Sinterklaasfeest, wel voor meer wederzijds begrip, echt luisteren naar elkaar, meer aandacht voor gevoel dan voor zogenaamde feitelijkheden, het feest terug geven aan de kinderen en er geen volwassenending van te maken. Want geloof me: kinderen hebben net zo veel plezier aan blauwe, witte, clowns, af wat dan ook Pieten.
------------------------------------------

Tot zo ver het stukje zelfplagiaat. Ik schaam me er niet voor dat ik met veel plezier en vol enthousiasme het Sinterklaasfeest heb gevierd. Ook schaam ik me er niet voor dat mijn eigen jongens met veel plezier voor Zwarte Piet hebben gespeeld. Ook ik ben een product van mijn opvoeding en cultuur. Maar dat betekent niet dat mijn inzichten niet kunnen veranderen. Ik zou me wel moeten schamen als deze nieuwe inzichten niet zouden leiden tot een aangepaste mening en aangepast gedrag. Het zou mooi zijn als de loopgravenvechters tegen Zwarte Piet zouden beseffen dat verandering tijd en inzicht nodig heeft. Tijd is er altijd en daar hoeven we niets voor te doen. Maar inzicht komt door dialoog, gesprekken, wederzijds begrip en meer van dit soort verbindende zaken. Maar inzicht kan niet worden afgedwongen door geweld, intimidatie of meer van dit soort afstand kwekende en polariserende activiteiten. Dit zorgt er alleen maar voor dat we beide gevangen blijven in onze eigen gedachten, ideeën en ons aan beide kanten steeds dieper ingraven in onze loopgraven van onze eigen verhalen. Verkondig de boodschap. Maar met liefde!

Dit jaar vier ik Sinterklaas in de tropen. En natuurlijk is in deze oude kolonie iets blijven hangen van het oer-Hollandse feest. Op 5 december is het hier Kinderdag. En ja, met alle bekende gezelligheid van "onze" tradities!! En nee, niet met de Piet zoals wij die nog kennen. Als ik volgend jaar wel in Nederland ben rondom Sinterklaas, en het feest niet inmiddels is gestikt door de wurgende greep van de grootste voorvechters van "onze" tradities,  schmink ik mijn zonen graag met alle kleuren van de regenboog! 







zondag 2 november 2014

Lang zullen ze leven!

Na weken van relatieve rust, had ik deze week opeens te maken met een volle agenda. Naast het werk, waarover in een volgend blog meer, was het de week van de bijzondere verjaardagen. Op 1 november 1968 zag mijn huidige werkgever, na een zwangerschap van ruim twee jaren, het eerste levenslicht. Toen nog onder het bewind van de koloniale macht, hetgeen toch een stuk minder vriendelijker klinkt dan onder de Nederlandse vlag. Het waren weliswaar de nadagen van het Suriname onder het koninkrijk – het was nog iets meer dan 7 jaren wachten op de onafhankelijkheid op 25 november 1975 – het was ook een periode van relatieve zelfstandigheid binnen het Koninkrijksverband. In die periode van semi-autonomie werd dus de Universiteit van Suriname geboren. Later, in de periode na de beruchte staatsgreep, kreeg het de huidige naam, Anton de Kom Universiteit Suriname. Dit weekeinde was dat dus precies 46 jaar geleden. En omdat de zaterdag blijkbaar heilig is, werd de Dies Natalis dit jaar op vrijdagavond 31 oktober gevierd. Voor Surinamers overigens geen enkel probleem, omdat men toch al de gewoonte heeft om de jarige de avond voor zijn of haar echte jaardag (voor de echte Bakra’s onder ons: nee geen spelfout), de zogenoemde owru jari, flink in het zonnetje te zetten. Gekleed alsof ik naar een formele bijeenkomst ging in Nederland op een koude, maar droge lenteavond, dus met jasje en dasje, had ik vrijdagavond mijn ontgroening in het vieren van de verjaardag van een universiteit. Verschillende formaliteiten kwamen voorbij: Het volkslied, toespraken van de minister van onderwijs en andere hoogwaardigheidsbekleders, wetenschappelijke lezingen, het universiteitslied en verschillende eredoctoraten waaronder die van oud profvoetballer Clarence Seedorf, die tot het gênante aan toe schaamteloos steeds onze Clarence werd genoemd. Toen hij nog actief was als voetballer en regelmatig het oranje shirt aan hand, was hij toch echt één van onze jongens. Ach, het blijft soms een lastige situatie tussen de onafhankelijke natie en de ex-kolonisator. De heer Seedorf, want een eredoctor spreek je toch echt aan met zijn achternaam en niet met onze Clarence, zal zich echter hier niet druk om maken. De brede glimlach op zijn gezicht verraadde dat hij volop genoot van zijn nieuwe prijs in zijn rijk gevulde prijzenkast. Het was tevens het einde van de formaliteiten, waarna de festiviteiten op een informele wijze werden voortgezet aan de pool van het welbekende Torarica hotel. Jawel, nog steeds met jasje en een dasje. Maar, en dat is eigenlijk veel belangrijker, volgens goede Surinaamse gewoonte ook met een hapje en een drankje. Al geven die verklein woordjes de werkelijkheid niet op een juiste weer. Het Parbo bier en de sterke drank stroomden rijkelijk en de bara’s, saté’s en de pasteitjes werden verorberd en gehamsterd alsof men bang was dat het land nog diezelfde avond door een te groot aantal Chikunguya gevallen afgesloten zou moeten worden voor de rest van de wereld. Voor mij was het vooral de kunst om het jasje en het dasje gevrijwaard te houden van de saté- en andere heerlijke sauzen. Sauzen die je overigens als een letterlijke pain in the ass de dag daarna op het kleinste kamertje doen uitroepen dat dit toch echt de laatste keer was dat je je liet verleiden tot deze heerlijke sauzen. Het jasje en het dasje bleven schoon, wat voor mij toch echt meer uitzondering is dan regel, en konden uit en af toen we met een aantal collegae nog wat gingen stappen in de stad. Hetgeen je hier echt niet te letterlijk moet nemen als je een gezellige avond wilt hebben dat langer duurt dan 10 minuten. Al met al een mooi verjaardagsfeestje!

De tweede bijzondere verjaardag was op zondag 2 november, vandaag dus. De kerk op het terrein van het meisjesinternaat Soendersingh, vierde vandaag haar 110e verjaardag. Een hoogbejaarde leeftijd die inmiddels ook wel terug te zien is in haar trouwe bezoekers. Geen van hen heeft natuurlijk aan de wieg gestaan van de gemeente Soesamatjaar, maar de gemiddelde leeftijd ligt toch wel op het punt waarop de meeste mensen serieus beginnen te denken aan de concrete invulling van het pensioen. Gezien de boodschap die er wordt verkondigd en de attitude van meerdere kerkgangers, die ik beide absoluut niet vind passen bij de naam van de kerk – Soesamatjaar betekent de blijde boodschap - , verbaast het mij niet dat deze gemiddelde leeftijd zo hoog ligt. De verkondiging van een zogenaamde enige echte waarheid en de eeuwige straf die er in het vooruitzicht ligt als deze enige echte waarheid niet wordt omarmd en beleden, is iets waar ik jaren geleden al lang afscheid van heb genomen. En naast mij nog vele meer. Ook hier in Suriname zoals uit de lege stoelen en het hoge grijsgehalte blijkt. Het Christendom, net als overigens de Islam, zijn zoals ik heb geleerd, geloven van de Liefde. En ja: bewust met een hoofdletter geschreven. Het simplistisch prediken over goed en fout, over hemel en hel en over de Drie-eenheid tegenover de Duivel, het afgeven op andere geloofsrichtingen en als een narcist geloven in je eigen waarheid en schoonheid, staan hier in mijn ogen heel ver van af. Ik schreef al eerder dat Suriname een zeer religieus land is en er over en weer een groot respect is naar elkaars geloofsrichtingen en –uitingen. De mensen hebben dit al lang ontdekt. Nog niet alle instituten blijkbaar. Het is voor mij het bewijs dat het spirituele geloof iets volstrek anders is dan het institutionele geloof en ik een aantal jaren geleden een voor mij goede keuze heb gemaakt toen ik me definitief losmaakte van het instituut dat nu PKN heet. De spirituele kant blijft echter boeien en blijft voor mij een bron voor persoonlijke groei en troost.

Vandaag echter geen dag voor vraagtekens en inhoudelijke discussies. Vandaag een dag van feest en blijdschap. Maar bovenal van de goede Surinaamse gewoonte dat een feest pas een feest is als er goed gegeten en gedronken wordt. In dit geval bestond dat laatste natuurlijk uit water en soft. De benaming voor alles waar koolzuur, kleurstoffen en suiker in zit. Geen alcohol blijkbaar in de kerk of de vierkante meters daarbuiten of daaronder. Een echte bijbelkenner ben ik niet, maar wijn was in de tijd van Jezus volgens mij ook een gewild product. Dus had een glaasje rode wijn echt niet misstaan, lijkt me. Het organisatiecomité had echter anders besloten. Dus de overheerlijke maaltijd met roti, rijst, kip en meerdere soorten groenten, werd vergezeld door een flesje water en deze keer na lange tijd weer eens een colaatje. Ook hier was sprake van een geslaagd verjaardagsfeestje, hoewel de tropische regenbui van ruim een uur heftig zijn best deed om één en ander te verstoren. Tevergeefs! De kroon op het werk van de mensen die hier lang aan hebben gewerkt en vele vrije uren hebben besteed aan de organisatie van dit feest en andere festiviteiten en formaliteiten die in dit jubileum jaar hebben plaatsgevonden. En nu met elkaar nadenken hoe de volgende 110 jaren gehaald kunnen worden. En reëler: de volgende 10 jaren!

Mooie en bijzondere verjaardagen dus met de typische Surinaamse gebruiken. Maar één ding heb ik in beide gevallen gemist. Het zingen van dat ene liedje dat ik na vele jaren inmiddels ook weet mee te zingen. Bij deze dan alsnog:

A die mi jere you verjarie, 

A die mi jere you verjarie,

A die mi jere you verjarie,

dang mi kong festeri you!


A no fi koek a no fi sopie,

A no fi koek a no fi sopie,

A no fi koek a no fi sopie,

dang mi kong festiri you!